right-arrow

Een van de leukste dingen aan een verjaardagspartijtje vond ik vroeger altijd het schrijven van de uitnodigingskaartjes. Daarmee begon de voorpret. 

Het was maar goed dat er meestal tien in een pakje zaten, want dan kon ik er nog eentje overdoen als ik een foutje maakte. Mijn moeder vond tien kinderen toch altijd teveel, dus meestal bleef de teller dan ook op zes kinderen steken. En als ik dan een vriendinnetje per ongeluk om 13 uur uitnodigde in plaats van 14 uur pakte ik daarvoor natuurlijk weer een nieuw maagdelijk wit kaartje. Jaren daarna stuurde ik vakantiekaartjes naar iedereen uit alle – destijds nog als verre oorden bestempelde – uithoeken van de wereld. Op een willekeurig terras kon ik uren schrijvend doorbrengen, tussentijds genietend van alles wat ik om me heen zag. Daarna volgden natuurlijk de felicitatiekaarten voor huwelijken, geboorten van kinderen en verjaardagen van kinderen van. Toen email en internet kwam maakte ik daar natuurlijk gretig gebruik van: leuke kaartjes die praatten, met muziekjes erachter en zelf te fabriceren teksten. De laatste jaren stuurde ik echter liever sms’jes en sinds een tijdje ook whatsappjes. 

Van de week heb ik echter een flink aantal rouwkaarten aangeschaft. Die blijken de laatste tijd helaas steeds meer nodig. Wat zou het leuk zijn als ik in de toekomst mijn kleinkinderen zo nu en dan zou kunnen verrassen met een ouderwets lief kaartje. Voor hun verjaardag bijvoorbeeld, of wat later voor hun eindexamen of misschien zelfs bij het behalen van hun rijbewijs. En dat zij dan voorlopig nog geen rouwkaart voor mij hoeven aan te schaffen. Als dat eens zou kunnen.


Kern Magazine, september 2012

Vorig verhaal
«
Volgend verhaal
»