‘Hè hè, lekker weer thuis. Kunnen we eindelijk gaan genieten van de vakantie jongens. Joggingbroekje aan en lekker niks doen. Op de bank, filmpje erbij: ik heb er nu al zin in.
Want wat was het achterlijk druk in die winkels zeg. Staan ze daar weer met die kar tegen mijn gekleurde mandje aan te rammen. Die zat trouwens overvol, want ik denk toch altijd minder nodig te hebben dan waarmee ik uiteindelijk de supermarkt uitkom. Kan één van jullie mij trouwens even helpen met het uitpakken van alle boodschappen? Of anders de buitendeur even dichtdoen, want het waait wel erg hard naar binnen zo. Nou, nou valt me die tas ook nog om. Pak jij even een doekje om die jus d’orange op te vegen? En pas op met dat glas hè. Pak de stofzuiger maar even, voordat je je handen eraan openhaalt. Wat zeg je: nee? Je bent druk met die game? Nou, die game loopt anders niet weg hoor, en die jus intussen wel in alle voegen van de tegels. En die zuigen alles op, dus dat ziet er morgen natuurlijk niet uit als de visite komt. Hè toe nou even! En je zus is bezig met haar telefoon zeg je? Dat kan toch wel even wachten? Word je nu al doodmoe van je moeder? En de vakantie is nog maar pas net begonnen. Hoe moet dat volgende week dan? En pas op de poes! Die zit precies bij de deurpost. Als er zo een rukwind komt zit ze met haar staart tussen de deur. Ai, ai, zie, ik wist het. Geef haar maar even wat brokjes tegen de schrik. Nee, niet die, dat zijn de brokjes voor de hond van oma. Ja, dan heeft die ook wat als oma morgen komt eten. Anders eet ze die van de kat maar op. Dank je wel meis, dat heb je fijn geregeld. En help jij dan even met de wijn, die flessen kunnen naar de berging. Nee, niet zo oppakken, dan scheurt het …. Ja, zie je nou wel, dat gebeurt er dus. Nee, ik weet dat je daar niets aan kunt doen. Maar pak nu maar een ander doekje dan. En een stuk keukenrol. Gelukkig is het witte wijn. Willen jullie dan zo samen even nieuwe halen? Ja, bij de slijter, daar zijn ze in de aanbieding. Geen zin om in de rij te staan? Weet je wel hoelang je moeder…? Nou, en als jullie dan terug komen drinken we samen een beker warme chocola. Doe ik er lekker slagroom op, gezellig. Kaarsjes aan, ik ben er helemaal klaar voor. Wat hoor ik nu? Jij bent er niet meer zo? Moet je weg? En je broer krijgt zo een vriend om samen te gamen? Weet je wat: ik denk dat ik morgen toch maar gewoon een dagje ga werken. Anders zit ik hier ook maar alleen met mijn beker chocola. En ik mag het eigenlijk niet eens hebben: ik word er toch maar dik van.’
Fourmonths.nl, 15 januari 2013