`Wat ben je er weer druk mee en wat zit je toch weer veel achter die computer!´ Ik hoor het aan, maar kan het niet laten: op avonden dat ik niet hoef te sporten, zit ik soms in stramme houding aan mijn slecht ingerichte werkplek in de woonkamer. En dat allemaal om het gezin straks een onvergetelijke vakantie te bezorgen. Zo één waarvan ze later zullen zeggen: ‘ dat waren nog eens vakanties mam!’ Niets is teveel voor mijn bloedjes van kinderen. En wij zijn toch ook toe aan ontspanning na alle beslommeringen door de maanden heen?
Als het vuurwerk is opgeruimd begint het gevoel me alweer te bekruipen. De onrust die vakantieplanning heet. Als ik dan mijn eerste werkoverleg heb gehad (waarin ook dit jaar weer wordt aangekondigd dat we onze vakantieplanning op korte termijn gereed moeten hebben en mijn collega’s dat natuurlijk altijd eerder op orde hebben dan ik) slaat het helemaal toe: de blinde paniek. Ik weet in januari vaak nog niet wat ik in februari ga doen. In februari nog niet wat ik van de zomer moet gaan doen. En, sterker nog: ik weet vanmiddag vaak nog niet wat ik morgenavond ga doen. Maar dan toch schiet ik in de eerste maand van het jaar weer in de vakantiemodus, op zoek naar bestemmingen.
Die moeten uiteraard relaxt zijn. Want wij houden niet van overlopen toeristenoorden. Ook zijn we niet zo van het Hollandse, want we stellen wel prijs op een béétje lekker weer. Van bloedheet weer zijn we trouwens ook teruggekomen, want “je moet wel lekker kunnen slapen”. Om luxe geeft eigenlijk alleen mijn dochter echt en van kakkerlakken houden we allemaal niet. Skiën is voor vader en zoon het einde en voor moeder en dochter een leuke bezigheid. Kamperen vindt zoonlief vet gaaf en ik zie steeds minder de zin in van het opzetten en afbreken van een keukenkastje met kookstel. Of het in een plastic zak verpakken van kleding als je gaat douchen, omdat er maar één haakje in dit hokje aanwezig is. Zo het er al is.
Kortom, de vakantieplanning in ons huis mag een regelrechte uitdaging heten. Zomaar een greep uit één van de vele gesprekken:
– Vorig jaar mei hadden we twee hele weken, dat was lekker goedkoop voor een tweeweekse vliegvakantie!
– Helaas hebben we dit jaar maar één week. En oh ja, daarvóór komt natuurlijk nog de voorjaarsvakantie.
– Misschien een paar daagjes skiën? Want een hele week wordt onbetaalbaar.
– Moet ik wel even afstemmen met mijn collega, want die viert de tweede helft vakantie met vrienden met kinderen. Dan wordt het dus de eerste helft van de week.
– Oh nee, dan zitten ze al vol daar in dat goedkope pension, die kunnen alleen de tweede helft. Dan slaan we dat maar over. Doen we toch lekker de meivakantie?
– Tja, in een week kun je eigenlijk nog best veel leuke dingen doen.
– Wat? Zitten al die vluchten al vol? Je meent het niet. Dan maar een upgrade.
– Ja, maar dan hadden we dus net zo goed kunnen gaan skiën!
– Ach, dan kamperen we toch gewoon in augustus……………
U begrijpt: ik kan niet wachten tot de zomer. Kom ik eindelijk weer eens tot rust.
Fourmonths.nl, 2 januari 2012