right-arrow

Als mijn kinderen bij drama de opdracht krijgen een winkelende man na te doen, dan sjokken ze met afhangende schouders quasi een winkel binnen. Of ze staan ongeduldig voor een zogenaamde deur te wachten op vrouwlief, die maar niet kan beslissen wat te kopen; bovendien heeft ze nog lang niet alles gezien hier. Daarna zullen ze roepen: ‘schat, dat heb je toch helemaal niet nodig? En zeker geen schoenen, pffff.’ Daarom gaat A. dus ook nooit mee winkelen. 

Nu moest ik begin deze week naar de Welkoop. Voor mijn tuin haal ik hier namelijk altijd mijn biologische verdelgingsmiddelen (en bij deze extreme droogte zijn die extra hard nodig). Fier zag ik hier mannen met opgeheven schouders vrolijk fluitend naar buiten komen. Onder hun armen allerlei handige spullen. Ik kon niet precies zien wat het was, maar dat ze er blij mee waren viel van hun gezichten af te lezen. Binnen trof ik eenzelfde soort tafereel: kakelende mannen, de koopwaar bestuderende mannen en samen rondkuierende mannen. Vrouwen waren echter ver te zoeken. Ja, één dan, naast mijzelf natuurlijk. Haar hoorde ik tegen het kleine jongetje bij de kassa zeggen, dat hij dat konijn wel op zijn buik kon schrijven.

Thuis bleek dat ik de verkeerde verdelger had gekocht: ‘ik moet terug naar de Welkoop hoor, even dat spul omruilen.’ A. sprong direct op en bood spontaan aan mee te gaan: ‘of zal ik het voor je gaan ruilen?’ Verbouwereerd stemde ik toe. Thuisgekomen heeft A. een hoop te vertellen: ‘ze zijn toch altijd wel vriendelijk daar hoor. Weet je trouwens wat ze nu weer in het assortiment hebben? En was jij je toevallig ook niet aan het oriënteren op een loungeset? Nou, die hebben ze ook hoor. En niet alleen grijs, want die wilde je toch niet? En weet je wat ik ook nog heb meegebracht…..?’

Ik ben eruit: de Welkoop zou damesschoenen moeten verkopen! 

Dagblad De Pers, 24 juni 2011

Vorig verhaal
«
Volgend verhaal
»