right-arrow

Met deze gevleugelde uitspraak kwam mijn zoon (toen negen jaar) thuis van de discoavond op school. Zijn vriendje Leon had hem dit gezegd. Of het gezellig was? Nou en of, alleen deden de meisjes vervelend. Ze trokken steeds aan hem en zeiden dat hij mee moest naar Marieke. Marieke is het meisje dat met Valentijnsdag een kaart stuurde. Verliefd is ze op hem. R alleen niet op Marieke, dat had hij al verteld.

‘Hoe ging dat dan vanavond?’ vraag ik hem.
‘Nou, Fleur en Juul kwamen steeds aan me vragen of ik nu wel of niet op Marieke was. Maar dat ga ik hun niet aan de neus hangen. Dat vertel ik Marieke zelf wel! Dat is toch niet leuk in gezelschap, mamma?’ 
Dat is mijn zoon, dacht ik, wat kun je er trots op zijn. 
‘Maar wat deed je toen?’ 
‘Nou’, zegt R, ‘ik ben op een gegeven moment naar haar toegelopen. En ik heb haar gezegd dat ik het heel dapper vond dat ze mij dat kaartje stuurde. Dat ik dat zelf niet zou durven, maar uh… dat ik niet verliefd op haar was.’ 
Ik complimenteer hem: ‘dat heb je heel goed gedaan. Meer kun je niet doen.’ 
‘Nee’, zegt R, ‘dat dacht ik ook. Maar toen ik bij de bingo zat, kwamen ze me weer halen. Marieke zat huilend onder een tafel, zeiden ze.’ 
Ze hadden hem gezegd verkering met Marieke te nemen, want ‘dan was hij er tenminste gewoon vanaf.’ En wat zijn vriendje hem aanraadde vertelde ik al. 
De volgende dag kreeg het verhaal echter nog een staartje. Leon was er weer over begonnen. Hij had wel elf vriendinnetjes gehad. 
‘Tja’, zei R, ‘ik ben niet zoals jij, dat ik met iedereen ga.’ 
‘Tuurlijk niet’, zeg ik, ‘je mag ook best kieskeurig zijn’ en mijn trots groeide weer. 
Nee, dan S, zijn zus van (destijds) twaalf, die die avond even naar beneden komt. 
Zij hoort het verhaal aan en heeft er maar één woord voor over: ‘zat Marieke onder de tafel te huilen? 
Hmm, zeikwijf!’

Fourmonths.nl, 8 december 2011

Vorig verhaal
«
Volgend verhaal
»