right-arrow

Ondanks dat ik mijn hele leven al fan ben van Italië (en dus ook van haar eetgewoonten) ben ik nooit gek geweest op Italiaans brood. Tenminste … dat op Italiaanse campings dan. Uiteraard kan ik een goede ciabatta of een lekker focacciabrood zeer waarderen, maar helaas is dat slechts zelden verkrijgbaar op de campings waar wij komen. Het brood dat hier verkocht wordt lijkt namelijk in niets op datgene wat we bij bakkers in Nederland aantreffen onder de noemer Italiaans.

Grappig is overigens wel dat men gewend is het brood per gewicht te verkopen: je bestelt hier dus gewoon een pond of een kilo brood. Maar misschien wist u dat al.

We zijn net weer terug van drie weken Italië. Op de eerste camping in het noorden bij een van de meren kochten we van die hoge harde broodjes. Je plukt er na het opensnijden een bolletje deeg uit en daarna resteert slechts een holle korst. Op de tweede camping, op ongeveer een uur rijden van Rome, werden ’s ochtends alleen harde brede stokbroden verkocht bij het gezellige kleine barretje. Kraak noch smaak zat eraan. Onze laatste camping aan de Toscaanse zee spande echter de kroon. Alle eetlust verging je bij de vierkante broden, waarvan we smakeloze sneetjes sneden. Met lange tanden werkten we de boterhammen – dik belegd met Nutella om ze nog van enige smaakzin te voorzien – weg. 

Iedere ochtend mocht één van de gelukkigen dit overheerlijke brood gaan halen. En hoewel de rest van het gezin niet al teveel Italiaans spreekt, bleek het net genoeg om ‘s morgens ons pondje brood te kunnen bestellen. Op de allerlaatste dag van de vakantie besloot ik zelf weer eens brood te gaan halen. Toen ik mijn bestelling deed na het gesprekje met de vriendelijke jongeman – die zijn winkeltje net iets te laat had geopend, zoals het een goede Italiaan betaamt – vroeg hij me uiterst beleefd ‘con o senza sale?’oftewel: ‘met of zonder zout?’

18 augustus 2011

Vorig verhaal
«
Volgend verhaal
»