Aragón heeft (bijna) alles. Hoge bergen, woeste rivieren, weelderige watervallen, bevallige, soms vervallen, buurtschappen, een paar spannende steden en een frappante historie. Deze regio in het noorden van Spanje mist alleen nog kust (en dus stranden). Maar daar zijn er genoeg van te vinden ten oosten en westen van de streek. Aragón is een dunbevolkte regio waar je nog geen massatoerisme zult vinden, maar wel exquise erfgoed van onder andere de Moren. Meer dan 150 bouwwerken zijn hier als Unesco werelderfgoed geclassificeerd. Een stukje minder bekend – en wat mij betreft niet onbemind – Spanje. Daarom hierbij 13 tips voor wie Aragón nog niet kent en het graag eens zou willen bezoeken.
Tip 1: Ga hiken bij Torla
In Torla, een charmant middeleeuws dorp op 1.000 meter hoogte in de Spaanse Pyreneeën, zoeken ’s zomers wandelaars en klimmers hun vertier en ’s winters wordt er geskied. Je kunt hier de Cola de Caballo route hiken door Valle Ordesa in Parque Nacional de Ordesa y Monte Perdido. Deze vallei wordt ook wel de Grand Canyon van Europa genoemd. Je bent in totaal zo’n zes à zeven volle uren onderweg door dit paradijs op aarde en valt van de ene in de andere verbazing met al die woeste watervallen.
Tip 2: Bezoek Aínsa, mooiste dorp van Spanje 2023
Niet voor niets behoort dit romantische dorp aan de zuidgrens van de Pyreneeën tot de ‘pueblos más bonitos de Espana’ (lijst van mooiste dorpen van Spanje). National Geographic riep het in februari 2023 uit tot het mooiste dorp van Spanje. Klein maar fijn, zo valt Aínsa misschien het best te typeren. Waarschijnlijk wel wat toeristischer in het hoogseizoen, maar wij zijn er eind augustus en hebben daar gelukkig helemaal geen last van. Dwaal over historisch geplaveide straatjes langs middeleeuwse pandjes, een kerk en een kasteel. Er is ook een bezoekerscentrum waar op een verrassende manier uitleg wordt gegeven over de bijzondere geologie van de regio in Aragón.
Tip 3: Bekijk (en/of hike bij) Alquézar
Wat mij betreft mag dit middeleeuwse stadje op de heuvel aan de rand van Parque Natural de la Sierra y Canones de Guara in 2024 worden uitgeroepen tot mooiste stadje van Spanje. In Alquézar worden de zogenaamde Pasarelas del Vero veel bezocht en dat is begrijpelijk. Je daalt hier af in de kloof tot aan de rivierbedding van de Rio Vero en wandelt verder hoog boven de rivier over metalen loopbruggen langs de rotsen. Pas wel op dat je rugzak niet ergens achter blijft steken, want soms is het wel heel erg smal.
Ook kun je er een prachtwandeling met spectaculair uitzicht maken naar de Balsas de Basacol: Arabische waterreservoirs die de stad en de boomgaarden van Alquézar bevoorraadden. Vooraf drink je aan de ingang van het dorp een café con leche met uitzicht op de heuvel en omliggende bergen. Uitrusten daarna kun je op het terras van de bakker hoog boven de kloof in het centrum zelf. Als je tenminste geen hoogtevrees hebt!
Tip 4: Breng de gieren een bezoek
Bierge ligt aan de rand van het Parque natural de la Sierra y Canones de la Guara en een stukje westwaarts van Alquézar. Hier kun je een bezoek brengen aan de gieren. Vale gieren wel te verstaan. In heel Aragón leven er zo’n 800 á 900. In het nabijgelegen gehucht Panzano hebben vrijwilligers een klein museumpje gemaakt over deze immense vogels: een geweldig initiatief!
De adrenaline gierde door mijn keel bij het fotograferen van deze machtige dieren in het wild hoog op de berg. Hun spanwijdte is maar liefst twee tot drie meter! Check bij belangstelling deze website en gun ze een financiële bijdrage voor hun goede werk.
Tip 5: Ga zwemmen bij Salto de Bierge
De Salto de Bierge is een heerlijke waterval waarvoor je weliswaar een paar euro entreegeld moet betalen, maar daar krijg je een hoop voor terug. Smaragdgroen doorzichtig water omringd door heuvels en begrensd door manshoog riet: het lijkt de Nijl wel. Alleen hierin kun je wel heerlijk zwemmen en picknicken aan een van de banken. Al dan niet in de schaduw van de bomen. Daarna is het heerlijk lunchen of dineren op het terras boven de waterval met uitzicht over de vallei en de rivier (Restaurante/Albergo El Salto: helaas niet op internet aanwezig met een eigen website. Maar het is niet te missen daar).
Tip 6: Bewonder de murals van Huesca
Hier fleurt een plaatselijk bekende street-artist de stad lekker op. Je kunt zijn murals daar bewonderen of je volgt hem op Instagram (bhurton11). En er is meer graffiti in Huesca te vinden: een kleurrijk geheel dus. Mocht de regen er toevallig met bakken uit de lucht komen vrolijkt dat lekker op!
Tip 7: Bezichtig Calayatud
Het is een ietwat vervallen stad waar hard gewerkt wordt om hem op te fleuren. Je vindt er veel street-art. En grote witte letters op het plein, waar toeristen – zo die er al zijn – een kiekje kunnen maken. Het jaarlijkse lichtfestival Ilumina vindt er altijd plaats eind augustus/begin september. Historische gebouwen worden uitgelicht en de hele stad is een soort van podium voor de kunsten. Vooral de traditionele muziek uit de streek van een trio in een van de majestueuze kerken (Colegiata del Santo Sepulchro) maakte bij ons bezoek indruk. Er was ook een lieflijke lichtshow in de San Pedro de los Francos kerk. Best leuk dus om daar eens een kijkje te nemen als je in de buurt bent.
Tip 8: Verwonder je over de schoonheid van Monasterio de Piedra
Dit klooster op een half uurtje rijden van Calayatud lijkt wel een sprookje. Het van oorsprong Moorse kasteel, gebruikt als verdedigingsfort tegen de Christenen, werd na de Reconquista verbouwd tot klooster. Het ligt tussen ruige bergen en wordt omringd door watervallen, groot en klein, doordat de stroming van de Rio Piedra het gesteente hier heeft gemodelleerd. Een wandelpad leid je door dit wonderbaarlijke landschap, waarvan de watervallen vanwege het super slechte weer voorafgaand aan ons bezoek helaas modderwater lieten zien. Maar dat mag de pret niet drukken: op het eind wacht je de verrassing van een luisterrijke kerkruïne uit de 12e eeuw. Wat een pracht!
Tip 9: Dwaal rond in Albarracín
Dit roze stadje op bijna 1.200 meter hoogte, uitkijkend op de Rio Guadalaviar mag wat mij betreft ook worden bekroond. Verborgen tussen kale rotsen van de Sierra de Albarracín openbaart zich een fabelachtig dorpje met dito straatjes. Het is net een filmset: je zou er zo een script voor willen schrijven.
Tip 10: Boek een hotel in Teruel
Deze stad, gebouwd in Mudejar stijl (een samensmelting van christelijke en islamitische kenmerken) valt op in dit verlaten zuidelijke deel van Aragón. Het is de dunst bevolkte provinciehoofdstad van Spanje, maar daarom niet minder aantrekkelijk. De Mudejar stijl verwijst naar de Moren, die na de zogenaamde Reconquista (herovering van de Christenen op de Arabieren) in Spanje mochten blijven. In Teruel spatten de gekleurde keramische motieven werkelijk van de gebouwen af.
Los Amantes de Teruel
Niet alleen betoverende torens en kerken kenmerken deze stad: ook het verhaal van Los Amantes (de geliefden) spreekt tot de verbeelding. In de 13e eeuw werden Diego de Marcilla en Isabel de Segura op jeugdige leeftijd verliefd op elkaar. Diego bleek echter te arm voor Isabel haar familie en besloot fortuin te maken. Na vijf jaar keerde hij hiervan terug en bleek Isabel met een ander getrouwd. Toen Diego haar desondanks om een kus vroeg en zij weigerde viel hij ter plekke dood neer. Bij zijn uitvaartmis gaf Isabel hem alsnog die kus. Ook zij viel daarna meteen dood neer. Deze zogeheten Amantes de Teruel kun je in het Mausoleum bezoeken, waar ze samen in een kleurrijk betegelde koepel begraven liggen. Je krijgt het er koud van!
Tip 11: Boek Belchite
Dit spookstadje staat model voor de verschrikkingen van de Spaanse Burgeroorlog. Het werd helemaal plat gebombardeerd en is sinds die tijd zo gebleven. Als je het wilt bezoeken raad ik je aan dat vooraf op internet te regelen, wat wij verzuimd hebben. We stonden dus voor een dichte deur. Gelukkig konden we door de hekken heen nog wat kiekjes maken. Een bizarre werkelijkheid moet ik zeggen. Een oorlog is al meer dan verschrikkelijk, maar een burgeroorlog lijkt me echt onverteerbaar.
Tip 12: Ga niet alleen tapas eten in Zaragoza
Zaragoza is een plaatje als je het binnenrijdt en de kathedraal langs de Ebro ziet staan. Net als de brug die de rivier overspant en aan beide zijden wordt geflankeerd door grote leeuwen beelden.
En dat is niet het enige: Palacio del Aljaferia (11e eeuw) is, samen met het Alhambra in Granada en de Mesquita in Cordoba, een van de grootste bewaarde Moorse monumenten in Spanje. Niet vergeten dus!
De gekleurde straten van de wijk El Tubo vullen zich ’s avonds met liefhebbers van tapas en het is ook heerlijk vertoeven op de terrassen van het plein voor de kathedraal. Een gigant van een plein mag ik wel zeggen.
Niet gek overigens dat iets verderop een beeld staat van de Romeinse keizer Augustus. Hij stichtte de stad – ik dacht in het jaar 14 – en noemde haar Cesaraugusta. Spreek dit maar eens heel snel uit. Dan weet je meteen waar de naam Zaragoza vandaan komt ;-).
Tip 13: Ga wandelen en zwemmen bij Aínsa
Aanraders zijn hier wat mij betreft:
- de wandeling vanuit het bergdorp Tella langs drie kapellen in de bergen. Je hebt hier waanzinnige uitzichten over de bergen rondom na een tijdlang tussen reuze buxussen naar boven gelopen te zijn. In de kapellen zelf kun je stapels briefjes, gericht aan de heilige maagd Maria, vinden;
- de hike door de kloof (Congosto del Entremón) bij Embalse de Mediano, waar normaal gesproken een kerktoren nog maar net boven het water van dit stuwmeer uitsteekt. In ons geval stond het water helaas laag, maar wat moet dit nog vele malen mooier zijn met hoog water. Beneden in de kloof stroomt het aquablauwe water en boven je vliegen gieren om de rotstoppen. Tel daarbij op de uitzonderlijke stilte hier en je wordt er helemaal zen van;
- afkoelen daarna kun je bij Pozas de Puyaruego, een heerlijke waterval met kraakhelder water tussen de rotsen (waar je wel wat moeilijk in klimt, maar een kniesoor die daar op let). Hier start trouwens ook een andere wandeling. Reden om nog eens terug te komen!
Info verblijf:
Wij verbleven in de stad veelal in hotels en daar buiten op campings.
Hotels:
- Torla: Hotel Bujaruelo heeft stijl en wat kleinere, maar comfortabele kamers in het centrum. Top ontbijt! En je loopt van daar zo het centrum in naar een geweldig restaurant: La Cocinilla (Calle Fatás). Vanaf het terras kijk je uit over de vallei beneden;
- Calatayud: Hotel Arco de San Miguel, authentiek Spaans hotelletje met een hele vriendelijke gastheer en een zelfbedieningsontbijt;
- Teruel: Hotel El Mudayyan. Geweldig leuk stadshotel, waaronder zich middeleeuwse kelders bevinden. De eigenaresse laat ze je graag zien. Hele grote kamer en goed ontbijt. Lekker centraal ook bij de grote trap met torens. Om de hoek kun je heerlijk eten bij Bar Gregory (P.º del Óvalo, 6). Vrolijke bediening.
- Zaragoza: B&B Hotel Centro, superstek! Tegenover de kathedraal, aan de overkant van de rivier: je loopt zo over de prachtige brug de stad in. Mooie kamers en prima ontbijt en je bent snel in El Tubo, de tapaswijk.
Campings:
- Aínsa: camping Aínsa, met zwembad en een heerlijk en gezellige bar/restaurant, leuk supermarktje;
- Alquézar: camping Rio Vero heeft een prachtige rivierbedding, die verborgen aan het eind van de camping ligt en waar kraakhelder water tussen hoge rotsen door stroomt . De vlinders dansen er op een stenen strandje. Erg gezellig en overheerlijk restaurant, waar je ook ’s ochtends terecht kunt. Vriendelijke bediening;
- Panzano/Bierge: camping Canones de Guara y Formiga. Hier staat je tent onder de olijfbomen en in het barretje kun je ook wat eten. Naast de camping ligt een heerlijk zwembad met groene ligweide.
- Aínsa: camping Pena Montanesa, met zwembad en nog wat betere voorzieningen dan camping Aínsa. Ook hier kun je lekker eten en ontbijten op de camping. Vanaf je ligbedje bij het zwembad kun je genieten van het panorama over de bergen rondom.
29 september 2023