right-arrow

Doe in plaats van de Giro d’Italia eens een giretto d’Italia, ofwel maak eens een wandeling in de vrije natuur van de laars. Want ondanks dat Italië geen al te beste reputatie heeft op het gebied van natuurbeheer valt er genoeg te genieten van het natuurschoon dat nog over is. En dat geldt zeker voor de Abruzzen.

5% Natuur

Zo’n 5% van het land is maar tot natuurpark bestempeld en dat is nog altijd meer dan in ons land, waar dit maar zo’n 3% bedraagt. Wij houden van wandelen en besluiten dat ditmaal dus in de Abruzzen (zo’n 80 kilometer ten oosten van Rome) te doen. Het schijnt dat hier nog enkele tientallen (Marsicaanse) bruine beren voor komen, maar die bewaren we graag voor een andere keer.

Nationaal park Majella – Abruzzen

Het regent als we aankomen in ons hotel in Roccamorice. We komen dus speciaal om te genieten van de mooie natuur in dit deel van Italië, maar met deze onafgebroken regenval gaat dat naar onze inschatting niet lukken. De lucht is zo zwart en het hotel zo koud en verlaten dat we besluiten terug richting zee te gaan.

Francavilla al mare

We hebben de nacht ervoor heerlijk geslapen in Francavilla al mare, op slechts een kwartier rijden van de luchthaven in Pescara. Daar scheen de zon nog. Het hotel staat nagenoeg op het strand en 500 meter verderop in de straat hebben we genoten van de heerlijkheden bij Restaurant Hombre & Co. (Viale Alcione nr. 115). En ja, ik weet dat dit een vreemde naam is voor een Italiaans restaurant maar de lokale gerechten die men hier serveert zijn om je vingers bij af te likken!

Riserva naturale regionale Punta Aderci

De volgende dag zijn we blij dat we hebben ingezet op de kust. Het is ongeveer een uur rijden naar hier vanaf Francavilla en de lucht is blauw als we bij dit natuurreservaat (sinds 1998) aan de Adriatische Zee arriveren.

Het park

Het park wordt voornamelijk gedomineerd door duinen, rotsen, zeegras en kreupelhout. De temperatuur is intussen flink opgelopen: korte broek en topje kunnen weer aan. Met regelmaat zien we hagedissen wegglippen als we over de boardwalk het park in gaan. Op het mooie zandstrand treffen we bouwsels aan van boomstammen en takken: waarschijnlijk zijn het natuurlijke parasols, gemaakt door strandgangers. Het is daarna soms wat lastig lopen op het keienstrand dat volgt, maar wat is die turquoise zee mooi!

Trabocco

Daarna stijgen we, de klif op, die ons al snel uitzicht biedt op een zogenaamde trabocco, een huisje voorzien van netten, waarmee op ingenieuze wijze kan worden gevist zonder de zee op te hoeven. Veel van deze trabocchi zijn intussen verlaten door de vissers en worden als restaurant gebruikt (je moet er wel wat voor over hebben om hier te eten, de prijzen rijzen hier werkelijk de pan uit!). Er is gewoonweg niet meer genoeg vis in zee in dit deel van Italië.

Punta Penna

Vroeger, toen de streek nog erg arm was, ruilden de vissers hun vangst bijvoorbeeld met de bakker voor brood. Nu is er nog nauwelijks te leven van de vangst. Maar het zicht op deze houten constructies is heel apart. Bij terugkomst rusten we nog even uit op het zandstrand van Punta Penna, maar een strand met bedjes voor de rest van de middag lijkt ons wel prettig: er is immers geen wolkje voor de zon te ontdekken.

Marina di Vasto

Het strand van Marina di Vasto is verlaten: het seizoen zit er nagenoeg op en zoals te verwachten is staan de meeste strandbedjes al klaar om opgeborgen te worden. Desondanks is het nog heerlijk om bij Il Delfino (Lungo Mare Ernesto Cordella 48) een strandbedje te huren en een lunch met vispasta te nuttigen.

Vasto

Het mooie en gezellige oude centrum van Vasto ligt op een plateau boven de zee. Hier kun je echt ‘rond’ lopen en genieten van het geweldige belvedere over de zee en de stad beneden (zorg dus dat je voor zonsondergang boven bent!). Zoals overal in Italië is er keus genoeg qua restaurantjes. Wij dronken er bij het diner ‘s avonds een overheerlijke Montepulciano d’Abruzzo, afkomstig uit de streek dus. De volgende dag ondernemen we de reis naar Termoli, ongeveer een uur verderop aan de kust gelegen.

Termoli

Ook de vesting Termoli met haar geel- en oranjegekleurde huisjes schittert in de zon als we er arriveren en ook hier maken we een rondwandeling om weer te smullen van spectaculaire uitzichten over zee en trabocchi. We lopen naar de haven en kopen er vast een ticket voor de overtocht de dag erna. ’s Avonds eten we zelfs buiten op het plein, zo zwoel is het.

Tremitische eilanden (Isole Tremiti)

De volgende ochtend staan we al om negen uur in de haven en kunnen al snel inschepen op de draagvleugelboot die ons naar de Tremitische Eilanden zal brengen. De tocht naar deze pareltjes van eilanden in Italië (men noemt ze hier dan ook Le Perle dell’Adriatico) duurt nog geen uur.

San Domino

Op het hoofdeiland, San Domino, kun je niet alleen wandelen, maar ook geweldig snorkelen. De eilandjes hier hebben grillige kusten en om iedere bocht ligt een heerlijke baai om ontdekt te worden. Alleen San Domino heeft een zandstrandje, dat in deze tijd van het jaar nog vol staat met bedjes. Toch zijn er relatief weinig mensen, maar dat heeft misschien ook te maken met het feit dat het weer vandaag een beetje wisselvallig is. De meeste mensen op deze boot staan ook overduidelijk met een strandtas. Het zeewater is hier dan ook kraakhelder: we kijken vaak tot op de bodem.

Vanaf 1989 heeft de eilandengroep de status van maritiem natuurreservaat. We wandelen uren rond tussen de pijnbomen, cactussen en andere prachtige begroeiing op dit natuurparadijs op zee en voelen ons ook echt ver verwijderd van het vaste land. Aan het begin van de avond keren we moe maar voldaan terug in ons pension in Termoli. Daar shoppen we nog wat in de gezellige hoofdstraat en dineren we weer buiten op een gezellig plein, zoals ongeveer overal in warm Italië.

Francavilla al Mare

Terugkeren in ons hotel voor de laatste nacht, na de terugreis van een uur vanuit Termoli, voelt als thuiskomen. ’s Avonds wandelen we lekker over het strand heen en terug naar ‘ons’ restaurant. De ober herkent ons en brengt een paar lekkere hapjes. Onder het genot van een smakelijke vis concluderen we dat Pescara eigenlijk vlakbij is en het voor dit geld een waanzinnig uitstapje was naar de prachtige natuur in dit deel van Italië. Daarom: Marsicaanse beren, here we come!

Wij waren hier begin september maar de maand juni leent zich uiteraard ook uitstekend voor een bezoek aan deze streek. Wij verbleven in de onderstaande hotels maar er zijn ook voldoende andere middenklasse hotels in deze periode te vinden tussen de 45-75 euro per nacht voor twee personen.
Hotel Mare Blu in Francavilla al Mare
Hotel San Marco in Vasto
Pensione al pescatore in Termoli
Retourvlucht Dusseldorf-Pescara Ryanair: 40 euro pp
Autohuur via Firefly: 130 euro voor een week
Draagvleugelboot Tremitische eilanden: 40 euro pp retour

25 mei 2016

Vorig verhaal
«
Volgend verhaal
»

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *