right-arrow

De auto houdt in en het raampje gaat open: ‘Jullie kunnen hier morgen komen eten hoor’ roept een man ons toe. ‘Helaas zijn we dan alweer weg’ antwoord ik glimlachend. We staan voor een Zuid-Frans aandoend restaurantje net over de grens tussen Nederland en België en hebben zo’n acht fikse heuvelachtige kilometers in de benen. Jammer genoeg voor ons gaan precies de dag erna alle eetgelegenheden in België weer open en wel van ’s ochtends acht tot ’s avonds tien (!).

Vandaag schijnt de zon af en aan, gelukkig maar, want met al die stijgingen en dalingen hebben we onze vesten al snel om de heupen hangen. Bovendien is mijn conditie nog lang niet top, omdat ik nog herstellende ben van een operatie. We zijn vandaag gestart in Epen. Meteen dalen we van daaruit af in een zogenaamde ‘holle weg’, typisch voor de streek hier. Deze wegen zijn door een combinatie van uitslijting door regenwater en veelvuldig gebruik (door vee en voertuigen) ontstaan. Hierdoor loop je menigmaal tussen groene hoge steile wanden en heb je het gevoel in het buitenland te zijn.

Volmolen op de wandelroute

Al snel zien we het waterrad van de Volmolen, die lang heeft dienst gedaan voor de Vaalser lakenindustrie. In de Geul stroomde in vroeger tijden genoeg water om te kunnen ‘vollen’ ofwel wol vervilten (om het sterker te maken). Later werd deze tot graanmolen verbouwd. Het tegenwoordig door vrijwillige molenaars gemalen graan komt van natuurakkers en gaat naar een biologische veehouderij.

Dan gaat het omhoog, een nieuwe holle weg in. Bleke bloesembomen vergezellen ons. En campings, die staan nu bijna allemaal vol. Kasteel Beusdael – in België – zien we in de verte liggen. We dalen af naar het gehucht Terziet, waar vakwerkhuisjes en hekwerken de weg aan beide zijden omsluiten.

Huis in Terziet

Bovenste Bosch op de wandelroute

Na de klim het Bovenste Bosch in rusten we even uit in de schaduw bij een oude steengroeve. Er zouden hier veel reeën moeten zitten, maar die laten zich vandaag helaas niet zien. Als we bovenaan naar rechts afbuigen zie ik links van ons een bord staan: Surveillance par camera. We zijn in België! Opeens vraag ik me af of dit nu eigenlijk wel mag …

Het valt ons op dat de dieren die hier tegen de heuvels aan in het hoge gras liggen veel slankere billen hebben dan die bij ons in Nederland. Voor het dorp Sinnich steken we de Gulp over. Dit is de grootste zijrivier van de Geul. Ik zie een gigantische buizerd boven – zo blijkt – de voormalige abdij van Sinnich rondjes vliegen. Helaas is dit klooster in privé bezit, dus lopen we verder.

Teuven op de wandelroute

In Teuven, even verderop, zit een aantal restaurantjes en een kroegje. Helaas nog allemaal gesloten. Dit dorp wordt zo te zien vaker bezocht. Bij een artistieke B&B neem ik een kaartje mee. Misschien leuk voor een volgende keer.

Slenaken op de wandelroute

Gelukkig gaat het met zand aan onze schoenen en onder het jonge loof door omhoog richting Slenaken: we hebben genoeg asfalt gelopen. Vanaf deze hoogte kun je mooi uitkijken over de frisgroene omgeving. En aan grenspaal 18 zien we dat we alweer in ons eigen kikkerlandje zijn. We zouden vanaf de top hier de afslag naar Slenaken kunnen nemen maar kiezen voor een lus om Slenaken heen, via de St. Jozef Kapel. Naar beneden gaat het weer via een heerlijke holle weg. En in het toeristische Slenaken nemen we plaats op een vrijwel leeg terras voor een biertje met bitterballen. Hoe Hollands wil je het hebben. Alhoewel … van oorsprong komt die bitterbal als tapas uit Spanje: een erfenis uit de tachtigjarige oorlog. Een fijne wetenschap ter verhoging van het vakantiegevoel.

Groote Bosch op de wandelroute

Met volle buikjes steken we de Gulp weer over en stijgen we weer richting het Groote Bosch. Schapen grazen op de flanken van de heuvel en we zien een levendbarende hagedis op een vermolmde boomstam zitten. Hij valt niet op tussen al het bruin en is niet echt bang. Als we het Plateau van Heijenrath doorkruisen zien we links en rechts van ons weer campings liggen. Wat zullen die mensen het hier koud hebben ’s nachts. Overdag is het zelfs maar zeven graden!

Verder richting Epen bereiken we het noordelijke deel van het Onderste Bosch (soms kan taal eenvoudig zijn). Aan het eind hiervan ligt een panorama voor je over het glooiende landschap en het dorpje Epen beneden. Vogeltjes fluiten, koeien loeien en ik hoor vooral mijn stevige ademhaling, want wat was het weer een klim.

We passeren op het eind nog enkele heilige plaatsjes waar Jezus aan een kruis hangt, kenmerkend voor de regio. Ik kan het bijna niet laten om er steeds foto’s van te maken. Misschien raar want eigenlijk is het best een gruwelijk beeld.

Eenmaal in Epen dalen we af richting parkeerplaats: zelden ben ik zo blij geweest onze auto weer terug te zien.

Info:

Route

We vonden een rondwandeling als deze op internet, maar die diende slechts tot inspiratie. Heel duidelijk vonden we deze beschrijving niet. Dat wordt dus even verder zoeken naar een goede route als je hier wilt gaan wandelen.

Eten en drinken

Eten en drinken onderweg hoeft wat België betreft dus geen punt meer te zijn. In Teuven is genoeg te vinden. Net als in Slenaken. In het eerste deel van onze wandeling was eigenlijk geen horeca te vinden, buiten die aan het begin en het eind in Epen.

NB: Het is geen aanrader voor beginnelingen deze wandeling, gezien de combinatie heuvels en afstand. Wij liepen uiteindelijk 16 kilometer wat aanvoelde als 20.

Dit kaartje is geen exacte weergave van de wandeling en geeft alleen de grote lijn weer

11 mei 2021

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *