right-arrow

‘Stop!’, roep ik. ‘Kijk dan!’ We zijn nog geen kwartier weg van de luchthaven van El Calafate in de Andes (Patagonië) op weg naar El Chaltén. Zowel links als rechts van de weg zien we de dieren al lopen: guanaco’s! En ik zei onderweg hier naartoe nog wel: ‘als we die toch eens zouden zien, dat zou echt top zijn!’

Parador Leona

Na prachtige uitzichten over de ultieme leegte: kale heuvels, bergen met sneeuw en het turquoiseblauwe water van Lago Argentino bereiken we halverwege onze route naar El Chaltén Parador Leona. Gelegen aan de Río Leona en beroemd om de Argentijnse ontdekker Francisco P. Moreno. Op deze plek werd hij in 1877 aangevallen door een puma (leona is in Patagonië bargoens voor een poema). Dus werd de rivier zo genoemd.

In 1894 vond de regering dat hier een pont moest komen voor de kolonisten, zodat zij met hun koopwaar en dieren de oversteek konden maken. Rond dezelfde tijd vestigde zich hier een Deense immigranten familie die er een lodge bouwde. Het schijnt dat daar in 1905 drie gringo’s langs kwamen. Na hun vertrek arriveerde de politie met foto’s van gezochte criminelen. Dit bleken Butch Cassidy, Sundance kid en Helen Page te zijn, die zojuist de bank in Río Gallegos hadden overvallen en op de vlucht waren…

Binnen in de lodge ruikt het naar geschiedenis. Er hangen oude wegenborden van ruta nacional 40, de weg die vanuit het noorden door heel Argentinië loopt tot aan het zuiden, ruim 5000(!) kilometer lang. We lezen alle verhalen en bewonderen de oude foto’s. Ik hou ervan!

Guanaco’s

Maar goed, we zien dus best veel guanaco’s onderweg. Ze zijn erg schrikachtig. Stoppen durven we bijna niet meer, want ze rennen heel hard weg en springen over de hekken die honderden kilometers lang langs de weg staan. De stalen draden zijn soms net te hoog, vooral voor de kleintjes. Die blijven dan steken. Gruwelijk om de resten van de guanaco’s die dat eerder is overkomen te zien hangen in de hekken. En waarom staan die daar in godsnaam? Wie heeft dat bedacht?

Parque Nacional Los Glaciares – El Chaltén

We passeren Lago Viedma en dan verwelkomen de borden van Parque Nacional Los Glaciares, zona norte ons. Als we El Chaltén binnenrijden oogt het wat troosteloos en verlaten. Het heeft ook maar iets meer dan 300 inwoners. Op zoek naar ons verblijf dus en de tourist info, want we twijfelen of we de wandeling die we van plan waren wel kunnen doen met zoveel sneeuw in de bergen. De hike naar Mount Fitzroy start in het dorp en gaat steil omhoog. Boven is het erg glad vernemen we. Luis raadt ons aan de wandeling langer te maken, als we dat tenminste denken aan te kunnen. We lopen hem dan andersom en het pad stijgt dan ook geleidelijker. De start is bij Piedra del Fraile aan de Río Electrico. Maar hoe komen we daar? Dat moeten we dan nog even regelen.

Begin van de avond lopen we naar een restaurant: La ovega negra (het zwarte schaap). Er is vrijwel niemand op straat. Intussen wordt de vallei om ons heen weer wit. Grote vlokken sneeuw bedekken in no time onze mutsen en gezicht. Binnen is het warm en gezellig, hout en vuur, de ideale combi. Sympathieke Kristian bedient ons. Hij bevestigt dat het inderdaad nog erg rustig is. In oktober begint het hoogseizoen, dus straks moet hij weer hard werken. Wij reserveren bij vertrek meteen dezelfde tafel voor de avond erop. En wil Kristian ons morgenvroeg misschien brengen naar het startpunt van onze wandeling? Die afspraak staat al snel voor een zacht prijsje.

Dag 1: Mount Fitzroy – El Chaltén

Na een heerlijke nachtrust rijden we hotsend en botsend met Kristian over een grindweg van bijna 20 kilometer vol stenen en kuilen. Daar hadden we ons even op verkeken. Het uitzicht vanuit de auto is fenomenaal.

Als we uitstappen in doodse stilte maken we ons weer op voor de Patagonische wind.  Tegen de stevige koude bries in stappen we door een buitenaards soort van maanlandschap vol witte rotsen en stenen omringd door bergen met sneeuwwitte toppen.

Op enig moment stijgt het pad en lopen we door een sprookjesbos met uiteindelijk zicht op de gletsjer aan de overkant van het dal. Op deze route zijn een aantal miradores (uitzichtpunten).

De gletsjer: Glaciar Piedras Blancas

In het bos hebben we geen last van de wind, dus de jassen kunnen weer uit en de mutsen af. Links van me hoor ik getik in de bomen. Ik kijk omhoog en een specht met een vuurrode kop neemt me nieuwsgierig op. Ik durf me nauwelijks te bewegen maar hij trekt zich gelukkig weinig van mij aan. Iets verderop zit er een met een zwarte kop. Zo fijn dat de dieren hier een stuk minder angstig zijn dan bij ons. Verder gaat het omhoog, ons tempo daalt. Als we uiteindelijk boven komen verwelkomen scherpe toppen van bergen ons. Mount Fitzroy, de berg waar we voor gekomen zijn, tekent zich af tegen de blauwe lucht maar is deels ook omgeven met wolken.  We hopen dat die nog verdwijnen gaandeweg onze wandeling.

De route gaat verder door allerlei kleuren landschappen, om iedere hoek verandert het weer. En overal blijft het wonderschoon, negen kilometer lang. Oordeel zelf maar!

Laguna Capri

En dan moeten we kiezen of we onze hike links- of rechtsom vervolgen. Intussen komen ons wat mensen tegemoet, die hebben we de eerste elf kilometer nog niet gezien. Helemaal alleen genoten we van deze sprookjeswereld. We nemen de route rechtsom, langs Laguna Capri. En dat blijkt een hele goede keuze. De fraaie kuifcaracara duikt er ook weer op. Wat een voltreffer!

En dan dalen we gelukkig steeds verder af, terug naar het dorp El Chaltén. Maar niet voordat we uitgebreid hebben genoten van het panorama over de vallei beneden, waar de turquoise rivier zich al slingerend een weg baant en alle sneeuw verdwenen is. Wat een onvoorstelbare schoonheid 20 kilometer lang. Op het eind trekken onze knieën het bijna niet meer, maar we hadden dit voor geen goud willen missen.

Kristian klapt voor ons als we ’s avonds het zwarte schaap binnen treden. Hij vertelt dat hij uit Buenos Aires komt en daar vier jaar geleden een caravan heeft gekocht. Daarmee is hij in vijf dagen hier naartoe gereden en daar leeft hij nu, bijna 3000 kilometer verderop. We bedanken hem na de maaltijd uitvoerig voor zijn hulp en wensen hem een goed seizoen toe. En dan zien we op onze wandeling terug naar het hotel inderdaad een aantal caravans in de sneeuw staan, waarvan de rook uit de schoorsteen komt. Brrr, wat zal dat koud zijn.

Dag 2: Laguna Torre – El Chaltén

Nog meer sneeuw! Als ik de gordijnen ’s ochtends open doe ligt er een dik wit tapijt in de vallei. Onze auto is bijna ingesneeuwd. Dat wordt sneeuw ruimen! Een haas die aan de overkant tussen het hek van een huis zit kijkt mij verbaasd aan: jullie ook al wakker? Ik vermoed dat het vandaag nog lastiger zal worden om een goede wandeling te vinden. Eerst maar snel ontbijten!

We lopen in een winters tapijt de bergen in richting Laguna Torre. Het is nog heerlijk stil zo ’s ochtends vroeg. De sneeuw kraakt onder onze schoenen. En loopt zo nu en dan mijn schoenen zelfs in, zo hoog ligt het. In het bosje dat we op enig moment passeren zakken de takken van de bomen bijna door, zo zwaar zijn de sneeuwbulten die erop liggen. Links van ons zien we in de kloof een waterval uit de bergen komen.

Het wordt steeds steiler, gladder en lastiger maar het aanzicht van de puntige bergtoppen blijft trekken. Hadden we nu toch maar ijzers aangeschaft. Maar daar was nauwelijks tijd voor. Vanmiddag moeten we terug naar El Calafate, waar we ook twee nachten verblijven. Het is ploegen door de sneeuw, dus met de druppels op ons voorhoofd besluiten we op enig moment terug te keren, nog lang niet bij het eindpunt. Tijdens de weg terug is de lucht effen blauw en voelen we de zon branden op onze snoet. Het kan niet op: wat zijn wij een geluksvogels dat we dit mogen beleven!

Afdaling

Met zicht op het dorp beneden dalen we verder af en schuifelen we door de gladde straten. Vogels met een knalrode borst vliegen uitbundig om een pas omgeploegd veldje. Langs de weg staat een mijnheer op zijn pickup sneeuw te schuiven. De laadbak ligt helemaal vol. Als ik vraag of ik een foto van hem mag maken informeert hij waar ik vandaan kom. ‘Holanda’ zeg ik. ‘Dat is toch Nederland’? vraagt hij. ‘Paesos bassos? Journalisten hier zeggen dat we geen Holanda meer voor jullie land mogen zeggen’. Ik sta perplex. ‘U heeft helemaal gelijk’ zeg ik en ik steek mijn duim op: ‘gracias y hasta luego! (bedankt en tot ziens!)

Condors

Bij de tourist info vraag ik nog naar de condors, omdat die in de vallei te zien zouden moeten zijn. Carlos, die achter de balie staat, lacht: ‘haha, die vliegen hier voortdurend rond. Alleen is er vandaag nauwelijks wind dus kunnen ze moeilijk opstijgen’. Nou ja, je kunt ook niet alles hebben.

‘Neeee, het is niet waar’! Als we de vallei van El Chalten uitrijden op weg naar El Calafate zien we ze één voor één voorbijvliegen, hoog en laag. Condors. Wat een waanzin!

Ben nieuwsgierig naar wat we in El Calafate weer allemaal gaan beleven!
Daarover kun je in deel vier uit een serie van zes over onze rondreis door Argentinië lezen.

16 november 2024.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *