right-arrow

‘Ik haat jou en ik haat Kenia’, verzucht mijn puberdochter, zittend op bed. Dat begint goed, denk ik. Het is half vier ’s nachts. ‘Je bent moe, we gaan gewoon lekker slapen nu en morgen ziet de wereld er anders uit, dat zul je zien’, antwoord ik geruststellend. 

Eerste nacht

De hotelkamer is karig: er staan twee houten bekraste bedden met grauwe lakens en oude dekens, die niet echt fris ruiken. Een schuifpui sluit niet meer, waardoor het in de kamer tocht. Lange gordijnen, weliswaar voorzien van een prachtige Afrikaanse print, waaien behoorlijk heen en weer. Hierdoor verschijnen er allerlei bewegende patronen op de muren: ook al niet bevorderlijk voor het inslapen van dochterlief. Ik heb het zelf ’s nachts zó koud dat ik de sokken uit het overnachtingpakketje van Turkish Airlines aantrek. 

Koud

De volgende ochtend blijkt het inderdaad koud in Nairobi. Ik krijg bijna alweer spijt mijn kinderen aan dit soort ontberingen te moeten blootstellen. Maar als we later de ontbijtzaal binnentreden, voelen we ons al wat beter: er staat een pannenkoekenbakker. Dat zal de kids deugd doen. Na een goed ontbijt met pannenkoeken dus, vers fruit en omeletten gaan we op weg naar onze privéchauffeur. 

David Sheldrick Wildlife Trust

Ons eerste doel is The David Sheldrick Wildlife Trust. In dit centrum worden weesolifantjes opgevangen om later weer uit te zetten in de natuur. Die wil mijn zoontje héél graag zien. Onderweg er naartoe komen we langs Nairobi National Park. Daar zien we al bavianen langs de weg.

Bij onze entree om precies twee over twaalf blijken ze al gesloten te zijn. De informatie op Internet deugt dus niet, daar stond immers dat ze van 11 tot 13 uur open waren. Men biedt ons aan een donatie van 50 dollar te doen: dan mogen we vanavond om vijf uur terugkomen, want nu zijn de olifantjes alweer het park in. We besluiten dat we dat teveel geld vinden.

Langata giraffe center

We rijden door naar doel nummer twee: Langata giraffe center. Vanaf een balkon kun je hier giraffen voeren met het voer, waarvan je bij binnenkomst een handje hebt gekregen. Een geweldige ervaring, maar wat is het dringen geblazen tussen alle toeristen. Zoonlief moet natuurlijk op de foto met zo’n hoge giraffe, want wat zijn ze groot! We zijn uiteindelijk snel uitgekeken hier, dus we besluiten nog een derde doel te zoeken voor vandaag.

Nairobi Mamba Village

Dat wordt Nairobi Mamba Village. Dit blijkt uiteindelijk het leukste doel vandaag. En dat is vaak het geval met ongeplande zaken. Er is een meer aangelegd in de vorm van het Afrikaanse continent en er loopt een giraffe (!) rond, twee struisvogels en als klap op de vuurpijl liggen er zo’n twintig krokodillen. De gids die ons rondleidde leerde ons veel over deze zo ongeveer oudste wezens der aarde. Onze kinderen vonden vooral (het geluid en de snelheid van) het dichtklappen van de bek een ware belevenis. Het aaien van een baby alligator is trouwens ook best stoer.

Blauwe ballen

Als we om half vijf terug zijn in het hotel, moe maar voldaan, snuiten we onze neuzen. Het stof van de prachtige rode aarde hier, blijkt zich in onze neuzen te hebben verzameld. Bij het hotel zwemmen we nog even, ook al is het weer daar eigenlijk niet naar. We zien hier al gauw een vervet monkey voorbijsnellen. Hilarisch, want hij blijkt blauwe ballen te hebben! Dag één kan wat dieren betreft al niet meer stuk. 

Naar Masai Mara

De volgende ochtend bevragen we onze chauffeur naar het weer. Het blijkt rond deze tijd altijd zo’n één à twee maanden koud. Als we over heuvels in dikke mist en regen rijden maken we ons zorgen of dat wel goed komt daar in Masai Mara, ons eerste wildpark. Het is een lange reis: de weg is weliswaar verbeterd, maar er zijn nog hele stukken waar aan gewerkt wordt.

Great Rift Valley

We komen langs de sloppen (ik wen er nooit aan) en langs het uitkijkpunt bij The Great Rift Valley, die Afrika in tweeën splitst. Hij is 6000 km lang en loopt van Syrië tot aan Centraal Mozambique en hij is zeer indrukwekkend, mag ik wel zeggen. Vanaf het uitkijkpunt langs de weg kijk je uit over een immens lege vallei: oneindig lijkt hij wel. Het komt mij voor of ik er gister nog was, zó staat dit beeld op mijn netvlies gebrand.

Masai

De weg wordt na Narok steeds slechter en gaat uiteindelijk over in een erbarmelijk zandpad met kuilen en gaten. Ons busje slaat af en toe bijna om. Ik heb bewondering voor de chauffeurs hier en knip al plaatjes van de eerste Masai vanuit de auto. Steeds meer Masai zien we. Helaas zien we geen jonge krijgers meer, met hun prachtige rode haar, zoals “vroeger”. Deze authentieke Masai blijken bijna uitgestorven. De vooruitgang staat ook hier niet stil. Dat doet ons uiteraard deugd, weliswaar met een dubbel gevoel…

Kuddes

Opeens duiken nu overal rode vlekken op in de droge woestenij om ons heen. Sommigen zwaaien, anderen wuiven ons weg als we proberen te fotograferen. Anderen slaan hun vee met een stok op de kont: het moet doorlopen, want anders haalt het de markt niet. Steeds weer duiken er kuddes op tussen de bomen en acacia-achtige struiken, die onze chauffeur whistle-trees noemt. We zien soms jongetjes van hooguit vier jaar oud die al een hele kudde drijven met runderen, geiten en soms ook schapen. 

De eerste dieren

En dan, eindelijk, ongeveer anderhalf uur voor de ingang van het park, zien we een Masai jongeling. Hij zwaait naar mijn dochter. Zij ziet trouwens ook het eerste wilde dier: een Thomson Gazelle. We zien daarna nog een stuk of zes impala’s, twee kraanvogels en zebra’s in de verte en een dik-dik vlakbij de Mara Sopa Lodge aan de rand van Masai Mara. 

Een koninklijke ontvangst krijgen we hier. Onze koffers worden weggereden, we drinken een sapje, maken onze handen schoon aan een welriekend doekje en worden ons hutje gewezen.

Lunchbuffet

We hebben een heerlijk lunchbuffet en kunnen ons geluk niet op. Zeker ook omdat het inmiddels lekker warm geworden is, er nauwelijks nog wolkjes aan de lucht zijn en het zwembad er aanlokkelijk bij ligt in deze prachtige, uit hout en riet opgetrokken lodge. Vanaf het zwembad loopt een slingerpad naar de hutjes langs de heuvel op. Vanuit de lodge heb je een werkelijk adembenemend uitzicht over de immense savanne van Masai Mara. 

Gamedrive

Onze eerste gamedrive hier is fantastisch: we zien zes (!) leeuwen, een olifant, vijf giraffen, een heleboel thomson-gazelles, drie elandantilopen (ik wist niet dat ze bestonden), impala’s, zebra’s, één buffel, gnoes, een jakhals, drie wrattenzwijnen, grant-gazelles en topi’s en tot slot hartebeesten. 

Ziek

Op de mooiste dag van de hele safari als we een hele dag gamedrive gaan doen is mijn dochter ziek. We proberen ’s ochtends toch op pad te gaan, maar moeten tegen het middaguur helaas opgeven. Het gaat gewoonweg niet. Dan dus niet naar de rivier, hoe spijtig dat ook is. Nog maar even rondkijken dan in de Keekorok Lodge, waar we nu een stop hebben om te tanken. Hier zien we mangoesten in de tuin. Achter de lodge bevindt zich een Hippo pool, waar nijlpaarden en ooievaars zitten. Hierna aanvaarden we de terugreis.

Luipaard

Na terugkomst in de lodge keren mijn zoontje en ik terug naar het park. Mijn man blijft bij onze dochter vanmiddag. Die middag zien we een luipaard. We hebben allebei medelijden met de andere helft van het gezin. 

Zoveel dieren

Rest mij eigenlijk nog te vertellen dat ik zelf ook zes dagen buikloop heb gehad en de andere parken en lodges minstens zo mooi, zo niet nog mooier waren dan de eerste. We nog neushoorns, waterbokken, hyena’s, allerhande vogels groot en klein en een heleboel olifanten, waterbuffels, dik-diks, flamingo’s en pelikanen en nog veel meer andere dieren, die ik nu vast vergeet, hebben gezien. In één lodge liepen zelfs giraffen in de tuin rond. En in alle lodges konden we ons tussen de gamedrives door heerlijk opfrissen in het zwembad. 

Landschap

We hebben door het land gereisd en allerlei landschappen mogen aanschouwen, van woestijn tot supervruchtbare akkers, van rode droge vlakke aarde vol met baobab-bomen, zonder water waar dan ook, tot heuvels en veel hogere bergen, meren, savannes enz. We zagen dorpjes en hutjes van leem, steen en andersoortige materialen en spraken vooral ook veel Kenianen. Het land is armoedig: het greep ons erg aan. 

Natuur

Men bidt en smeekt om water en sommigen hebben echt honger. Maar iedereen lijkt te lachen, al valt dat in de gesprekken met de mensen vaak snel weg. Men maakt zich zorgen om de toekomst, het land is verdeeld en politiek zeer instabiel. Maar dat alles neemt niet weg dat het land beschikt over een grote schat: de Natuur. Wij waren er weer weg van. 

Onze verblijven in Kenia:
Hotel Kivilimani, Nairobi 
Mara Sopa Lodge, Masai Mara 
Lake Nakuru Lodge, Lake Nakuru 
Lake Naivasha Resort, Lake Naivasha 
Kilaguni Lodge, Tsavo West 

Maart 2010




Volgend verhaal
»

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *