Lissabon is, net als de eeuwige stad Rome, gebouwd op zeven heuvels. Maar vergeet het overvolle Rome voor een keer. En ga gewoon eens heuveltje op en heuveltje af in Lissabon. Of pak de tram. Nu rijden er in Rome natuurlijk ook trams, maar Lissabon heeft ook nog liften in de stad om het klimmen en dalen iets te vergemakkelijken.
Castelo São Jorge
Zo kun je een lift (=elevador) nemen naar het Castelo de São Jorge. Niet alles staat meer overeind van dit kasteel stammend uit de 6e eeuw voor Christus, maar alleen al voor het uitzicht zou ik er de lift (Elevador Castelo) voor pakken via de rustige ingang (Largo do menino de deus). Onder de bomen binnenin de vesting kun je lekker lunchen. Of je picknickt op het gras voor de ingang van het kasteel. Bij de liftingang beneden is immers ook een supermarkt waar je allerlei lekkers kunt kopen. Op de terugweg neem je de gezellige drukke uitgang bij de Rua do Chão da Feira. Loop langs Gelataria Portuguesa (Rua de Santa Cruz do Castelo 15) voor een overheerlijk zelfbereid ijsje als verkoeling. Tussen april en oktober is het immers bijna altijd mooi weer in Lissabon.
Elevador do Lavra
Bij de Elevador do Lavra zit een leuk bijna ‘Delfts Blauw’ restaurantje: Leitaria (melkwinkeltje) Anunciada. Hier kun je in blauwe stoeltjes op het terras lekkere koffie drinken. De tegeltjes (de zogenaamde azulejos) waarmee de wanden hier versierd zijn stammen af van de Chinezen, net als ons beroemde blauwe aardewerk . Rond 1600 werden Portugese schepen, samen met het Chinese blauwe porselein dat zij aan boord hadden, namelijk door ons buitgemaakt. Hierna probeerden wij de tegeltjes natuurlijk na te maken. De azulejos vormen dus een grappige link tussen deze warme Portugese stad en ons eigen koele Nederland.
Elevador de Santa Justa
Maar even terug naar de liften. Wie de Elevador de Santa Justa neemt wacht een indrukwekkend uitzicht over de stad. Je kunt uiteraard ook naar boven lopen. Hiermee bespaar je niet alleen vijf euro. Als je geluk hebt speelt en zingt er bij de uitgang naar het aangrenzende Carmo convent namelijk ook nog een gitarist Bossanova muziek. Dan kun je vrolijk meezingen met ‘The girl from Ipanema’ van João Gilberto. Als je tenminste niet helemaal buiten adem bent van de beklimming. Het bouwwerk zou overigens gerust het nichtje van tante Eiffeltoren genoemd kunnen worden: het is ontworpen door een leerling van Gustave Eiffel.
Tram 28
Tram 28 staat in alle boekjes en het is best grappig deze lijn te rijden door al die smalle straatjes. Maar wat is dit een tourist trap. De tram die vanaf Martim Moniz vertrekt is afgeladen vol, zodat je soms alleen naar je buurman, maar niet naar buiten kunt kijken. Bezie de stad dus gewoon vanaf een andere tram waarvan nagenoeg niemand gebruik maakt. Voordeel van tram 28 is wel (als je tenminste een beetje morbide bent ingesteld zoals ik) dat hij eindigt bij het imposante kerkhof Cemiterio dos Prazeres. Een echte dodenstad, met grootse mausolea. En ook vanaf hier heb je weer uitzicht over de stad.
Miradouros
Met al die elevadores beschikt Lissabon ook nog over zogenaamde miradouros ofwel uitzichtpunten. Een van de mooiste uitzichten vinden wij die van Miradouro das portas do Sol. Voordat je de rest van de wijk Alfama gaat verkennen en ’s avonds mogelijk fado gaat zien strijk je hier neer op het terras (ja alweer!) om te genieten van de stad en de Taag. Eigenlijk waan je je gewoon aan zee. De rivier is hier zo breed. Daar vlakbij is Miradouro Santa Luzia. Een romantisch uitkijkpunt met zuilen en begroeid met bougainvillea, waar je je mogelijk gezwollen voeten kunt koelen in een lager gelegen turquoise pool tussen de azulejos.
Fado
Voor Fado raden we je trouwens Porta d’Alfama aan (Rua de São João da Praça 17a). Gezellig, betaalbaar en klein maar fijn. Heel iets anders dan bijvoorbeeld de toeristische Clube de Fado, waar een kelner je opwacht. En je blij mag zijn als je een tafeltje krijgt. In Porta d’Alfama maken de Portugezen zelf gewoon plaats als je binnenkomt. Of het er nu is of niet, er kan altijd nog meer bij!
Belem
Je hebt geen lift nodig als je de trekpleisters langs de rivier wilt bezoeken in de historische wijk Belém. Torre de Belém is een juweeltje en het indrukwekkende Mosteiro dos Jeronimos (Jeronimo klooster) is de moeite waard. Hier is het vlak, wat met strakke kuiten van al het klimwerk een zegen is. Het is wel een eindje uit het centrum dus daarvoor neem je gewoon de bus.
Op de heenweg stap je eventueel nog uit bij Mercado da Ribeira (Avenida 24 de Julho 50), een overdekte markt waar het heerlijk lunchen is en de Portugezen ook zelf genieten van alle smaken hier.
Na het bezichtigen van Torre Belém en Mosteiro heb je vast weer dorst, want de zon kan hier genadeloos toeslaan, dus neem je plaats op het waanzinnig mooie witte terras van Espaco Espelho d’Agua. Het heeft een ´infinity vijver´ voor de deur, waardoor het lijkt of deze overgaat in de rivier. Je waant je wederom aan zee met die prachtige kleur water en je hebt uitzicht op de brug en het gigantische Monument der ontdekkingen (Padro dos descobrimentos). Het is slechts 55 jaar oud, maar daarmee niet minder spectaculair.
Pleinen en winkelen
Wil je de brug vanaf de andere kant aan de Taag aanschouwen, slenter dan over het prachtige plein Praça do Comércio. Kijk vanaf hier uit over de rivier en loop onder de Arco da Rua Augusta door de gelijknamige straat in. Ook hier zien we, net als in de rest van de stad, Portugees straatmozaïek. Kunstig gelegde patronen van zacht natuursteen in wit en zwart: een ware lust voor het oog. Bovendien kun je hier nog lekker winkelen en op zoek naar souvenirs voor het thuisfront. Aan het eind kom je dan uit op het Praça Dom Pedro IV, nog zo’n mooi plein, ditmaal met een patroon van golven. Steek het plein over en ga even zitten op het bankje bij de Igresia de São Domingos. Hier gebeurt van alles.
Loop hiervandaan nog de voetgangerszone Rua das portas de Santo Antão in of de Largo São Domingos als je nog niet geslaagd bent voor souvenirs en toch besluit voor kurk, het nationale exportproduct, te gaan. Ze maken er hier tassen, portemonnees en andere accessoires van. Tot besluit: overal in Lissabon kun je lekker en goedkoop eten en drinken. Maar wij vonden het in Bairro Alto toch wel het gezelligst. Hier aten we voor het eerst in ons leven geflambeerde worst.
April 2016
NB Liften in Lissabon werd opgenomen als gastblog bij de ‘Vaders op Reis‘