‘Lelijke stad!’ roept iedereen als ik vertel dat we weer eens naar Luik (Liège) zijn geweest. Maar wij vonden ons dagje Luik op een zaterdag in juli best leuk. En misschien jij ook als je onderstaande leest!
Luik ligt in Wallonië en ze spreken er Frans. Je voelt je hier dus echt in het buitenland op maar 2,5 uur rijden vanuit Utrecht of Arnhem. Het is vooral The gateway naar de Belgische Ardennen, dus meestal rijden mensen eraan voorbij. En ja, de stad oogt op het eerste gezicht allerminst fraai en kan zich zeker niet meten met steden als Brugge, Gent en Antwerpen of bijvoorbeeld Leuven. Maar bijt even door de rauwe aanblik van Luik heen en je kunt zomaar verrast worden.
Montagne de Bueren
De trekpleister volgens Instagram is de trap naar Montagne de Bueren. De grootste trap van België, die 67 hoogtemeters overbrugt en met haar 374 treden toegang biedt tot de citadel. Natuurlijk gaan wij die niet op lopen. We volgen dus eerst een route oostwaarts via de oude stad.
Oude stad
En Neuvice is al een gezellig straatje en Place du Marché een levendig plein met mooie fontein. Ga vooral ook het stadhuis binnen: wat een pracht! Ter nagedachtenis aan mijn moeder (omdat zij fan was van de boeken over commissaire Maigret) schieten we even een plaatje bij het standbeeld van zijn schrijver: Georges Simenon. Altijd gedacht dat het een Fransman was, maar hij is toch echt in Luik geboren.
In het museum van het Waalse leven nemen we kort een kijkje: het heeft namelijk een prachtige zuilengang. Het pand heeft een hele geschiedenis die ik je hier zal besparen. Mocht je toch meer willen weten klik dan hier.
We passeren de Eglise Notre-Dame-de-l’Immaculée-conception of de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangen kerk. Een hele mond vol, maar hij is ook indrukwekkend (rood). Helaas is de poort gesloten.
De drie charmante hofjes die daarna volgen zijn de moeite waard om even een afsteek voor te maken: Impasse Venta, de l’Ange en de la Coulonne. NB: Impasse betekent in dit geval doodlopend straatje. Dat je het maar weet …
Bij Cour Saint-Antoine nemen we een kijkje: dit plein is een stadsvernieuwingsproject van weleer, met respect voor de historie. Vlakbij proberen we de St. Bartholomeus kerk binnen te gaan, maar ook die is gesloten. Nou ja, de buitenkant is al fraai genoeg.
Beklimming van de Coteaux de la Citadelle (heuvels van de citadel)
En dan beginnen we vanaf Parc Léonard (waar een grappig vlonderpad op hoogte is aangelegd) met de beklimming door het ‘bos’ met af een toe een vergezicht op de stad beneden. Dat zal in de winter trouwens beter zijn, want nu zitten alle bomen volop in het groen. Ook hier moet je dus bergop, maar het is wel wat relaxter dan via die trap met een stijgingspercentage van 28% (!!).
Van de Citadel had ik me meer voorgesteld, het fort is wel mooi begroeid maar verder niet echt mooi om te zien. Gelukkig wordt het daarna beter. Bij de afdaling vanaf de Belvedère de Liège staat een reus van een obelisk voor een Belgisch regiment tijdens de Eerste Wereldoorlog. En dan staan we bovenaan DE TRAP.
Hijgend klimmen mensen hier naar boven en wij huppelen hem fluitend naar beneden. Soms zit het mee ofwel: wie niet sterk is moet slim zijn. Ook Brasserie C is nog niet open onderaan de trap. Jammer, want de tuin ziet er uitnodigend uit met haar Franse stoeltjes in het gras. Omhoog gaat het weer, over oude trappen en door het groen van de Coteaux de la Citadelle naar een nieuw uitzicht punt over het Paleis van Justitie en het Paleis van de Prins-bisschoppen. Geweldig mooi!
De afdaling gaat via een smal paadje, trappen en een bruggetje. Wat een avontuur! Tijd voor koffie met (het lijkt wel Limburgse, maar dan nog lekkerder) vruchtenvlaai bij Patisserie Chez Matteo.
De Pendelboot (La Navette Fluvial)
De zon komt lekker door, dus we krijgen zin in een boottochtje over de Maas en gaan voor een paar euro richting Guillemins Centraal station. Een fraai staaltje architectuur aan de hand van Santiago Calatrava. Misschien ken je hem: hij heeft ook de Erasmusbrug in Rotterdam ontworpen en de wonderbaarlijke bouwsels in de Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia, zijn geboortestad. We stappen op bij de halte Centre-Ville, al ziet het terras bovenop het Postkantoor er ook aanlokkelijk uit.
Het is by far een van de mooiste stations die ik ooit gezien heb. Plaatjes die ik zag van dit pareltje van Luik doen het geen recht aan. Je moet er gewoon onder staan om de grootsheid ervan te kunnen ervaren en te snappen waarover ik het heb.
Aan de overkant, over de brug ligt La Boverie (kunstmuseum) in het gelijknamige – naar zeggen – verrukkelijke park. Dat moeten we vandaag jammer genoeg laten voor wat het is. Genietend van de zon op het voordek varen we terug tot aan de halte Pôle. In amper tien minuten lopen we naar de St. Jacobskerk (Eglise Saint-Jacques), waar een leuk bord in de tuin hangt voor onze vrienden hondenbezitters. Iets daarvoor lezen we nog een bord bij een indrukwekkend rood pand. Het blijkt ‘een voormalig tehuis voor Ongeneeslijken en voor Berouwvolle zondaressen’ te zijn, opgericht in 1701 door een baron. Die laatste zoeken we nog een keertje op!
Sint-Pauluskathedraal
Er is een soort van zomermarkt op Place Saint-Paul en vanavond zal er ook live muziek zijn. Sneu genoeg zijn wij dan alweer weg. De gezellige houten huisjes waar je food and drinks kunt krijgen worden met de kerstmarkt vast weer gebruikt.
En dan betreden we de Sint-Pauluskathedraal van Luik (Cathédrale Saint-Paul de Liège): wat een plaatje! De straatjes eromheen zijn ook gezellig: in dit Luikse zogenaamde Quartier Latin wordt nu volop buiten gegeten. Een Belgisch biertje drinken we om de hoek bij Le Pot au Lait, een eigenzinnige kroeg die me qua sfeer doet denken aan Camden Town in Londen.
La Cité Miroir
La Cité Miroir wacht op ons: hier wilde ik zo graag naartoe. Oude zwembaden/thermen waarin exposities worden gehouden. Het kost maar 1 euro en daarvoor loop je dus op de voormalige bodem van een zwembad en krijg je – op dit moment – onder andere 50 foto’s ter herdenking van de slachtoffers van de genocide gepleegd door Daesh tegen de Jezidi’s te zien. Het pand alleen al is wondermooi met al dat licht, de grote ramen en trappen en een doorzichtige lift binnenin. En als ik dan toch een nadeel mag noemen, dan is het dat alle teksten hier alleen in het Frans zijn geschreven.
Via de Place de l’Opéra lopen we langs de Inno, een luxe warenhuis. Heel kort neuzen we hier nog wat rond, want intussen knorren onze magen. Brasserie Toussaint zit gelukkig dichtbij, oogt warm en vriendelijk èn ze hebben nog plaats zat. Het is opgericht in 1890 in prachtige Art Nouveau-stijl (zoals meer in de stad te vinden is) en een van de verborgen schatten van Luik. Voor de liefhebbers: ze schenken er St. Hubertus abdijbier, je móet het gewoon geproefd hebben!
NB: de heuvel van Cointe hebben we moeten missen. Daar had ik nog wel een bezoekje willen brengen. Hier bevindt zich namelijk het imposante Le Mémorial Interallié de Cointe, dat uitkijkt over de stad Luik en hulde brengt aan de geallieerden en vooral de Belgische weerstand tijdens WO I. Of liever gezegd die van Luik. Dit was namelijk de eerste stad die zich verzette tegen de invallen in 1914 en de ogen van de wereld deed opengaan voor de dodelijke aanvalsmacht van de nieuwe Duitse wapens.
Info:
- Gratis parkeren kan aan de Quai des Tanneurs;
- Start je rondje Luik bij het bureau voor toerisme (Office du toerisme de Liège, Rue de la Boucherie 4) op vijf minuten lopen van de parkeerplaats. Voor 50 cent krijg je daar een mooie overzichtskaart;
- Lekker en betaalbaar Belgisch eten kan dus bij Brasserie Toussaint, op 200 meter lopen vanaf de parkeerplaats (Rue Ernest de Bavière 1);
- Super leuke kroeg Le Poit au Lait vind je op nog geen 200 meter van de Sint Paulus kathedraal (Rue Soeurs-de-Hasque 9);
- Met de trein doe je er ruim drie uur over. Een overnachting erbij lijkt dan eerder op zijn plaats. Een kaartje kost je maar een fractie meer t.o.v. een ticket naar bijvoorbeeld Middelburg. Gelukkig kun je alles lopend doen (eventueel in combinatie met de boot);
- Zie hier voor de pendelboot;
- Iedere zondag is er in Luik markt langs de Maas. Marché de la Batte is de grootste en oudste van België.
17 juli 2024