Rijdend door de Elzas waan je je in een snoepkraam op de kermis met die vakwerkhuisjes in allerhande zuurstokkleuren. Je kunt er heerlijke herfstwandelingen maken met een grote kans op zon en op de steile, met druivenranken beklede, hellingen en toppen van heuvels en bergen prijken (ruïnes van) kastelen.
Dorpen
Als je van een glaasje proeven houdt vind je in deze regio op de grens van Frankrijk en Duitsland wijnhuizen te kust en te keur in vrijwel ieder dorp. En de lijst van mooie dorpen is hier bijna oneindig. Colmar is het meest bekend, erg groot en druk. In Petite Venise varen bootjes door grachten langs lieflijke pandjes. Maar er zijn ook veel kleine plaatsen die minstens zo fraai zijn en waarschijnlijk minder overlopen. Zoals bijvoorbeeld Ribeauvillé, met zijn talrijke terrassen of Riquewihr, waar oude binnenhoven zijn verbouwd tot restaurantjes.
Eguisheim heeft één druk bezochte straat en wat voor één: de huizen hangen hier soms bijna over de kasseiweg. De onderkomens zijn schots en scheef en variëren van geel tot oranje en van groen tot lila en donkerblauw. Dus stop je bijna om de tien meter voor een foto. Op het plein aan het eind van de straat staat een kerk. Haar gekleurde glas-in-lood-ramen trekken de aandacht. In combinatie met de zachte muziek die daarbinnen wordt gespeeld wil je al gauw plaats nemen in de houten banken voor een zen momentje.
Anton Pieck
Saint-Hippolyte is te klein voor eetgelegenheden en gelegen aan de voet van een heuvel, omringd door wijnranken waarvan de bladeren in dit jaargetijde oranje kleuren. Staand voor de stadspoort in de klokkentoren van Bergheim, het volgende dorp, kun je het dak ervan goed zien. Het is voorzien van groen en geel met oranje gekleurde patronen. Eenmaal door de boog gekomen tref je er roze, blauwe en groene huisjes aan, met gekrulde lampen aan hun gevels. Midden op straat staan bakken met bloeiende bloemen in alle tinten, voor ons best bijzonder in dit seizoen. Ook in Kaysersberg tref je veelkleurige vakwerkhuisjes, veelal voorzien van bloembakken aan hun gevels. Zou Anton Pieck misschien in deze omgeving inspiratie voor zijn werk hebben opgedaan?
Wandelen
Drie kastelen route
Het is best afzien op de drie kastelenroute die start bij het Hotel Restaurant met de toepasselijke naam Au trois chateaux in Ribeauvillé. Tijdens de beklimming tussen wijnbouw door blijf je zicht houden op het dorp en de gele wijnstokken beneden. Dorpsjongens wensen ons vanuit het dal luid roepend bonne chance toe. Dat belooft wat! Al snel zien we het eerste kasteel liggen. Desondanks is het nog een fikse klim en tussen groen slingert het pad zich verder naar boven. Tweemaal passeren we een poort in een muur van oude stenen en dan wacht er gelukkig een bankje op ons aan de voet van burcht Saint Ulrich op 523 meter hoogte. Allerlei trappen verbinden de stenen rest bouwsels van dit gevaarte en je kunt zelfs nog in de toren klimmen.
Wij moeten door naar het volgende kasteel dat we links van ons al zien liggen. De afslag er naartoe is hooguit tien minuten lopen over een paadje onder grillige bomen door. Vanaf de ruïne van de burcht Giersberg (13e eeuw) heb je beter zicht op Saint Ulrich. Iets verderop mogen we na een klim Chateau du Haut-Ribeaupiere helaas niet betreden vanwege (instort)gevaar. En dan brengt het voetpad ons aan de andere kant van de berg.
Terugweg
Hier is het stil: andere wandelaars lijken in het niets opgelost te zijn. We komen niemand meer tegen. Onze bovenbenen krijgen gelukkig weer een beetje rust tijdens de geleidelijke afdaling over boomstronken en tussen nog bloeiende heideplanten door. We kijken onze ogen uit als we naar rechts kijken, over de vallei en het gebergte in allerlei tinten groen. De wit met grijze wolken daarboven tekenen zich scherp af tegen een staalblauwe lucht.
Verrassing
Op het laatste gedeelte worden we nog verrast door Notre-Dame de Dusenbach: een klooster dat hier tegen de heuvel is aangebouwd. De afdaling daarna blijkt een omgekeerde kruisweg. Twaalf veelkleurige beeltenissen achter tralies markeren de stations van de kruisgang van Jezus. Hierna is het nog geen drie kilometer meer tot aan de rand van het dorp.
De flammkuchen en salade vergezeld van een glas Edelzwicker op een van de terrassen van het grote plein in Ribeauvillé hebben we daarna ruimschoots verdiend.
Van Saint-Hippolyte naar Haut-Koenigsbourg
De wandeling van Saint-Hippolyte naar de Haut-Koenigsbourg is een stevige klim, waarbij het zweet al vrij snel op je voorhoofd staat. Eerst loop je langs druiventrossen en daarna gaat het recht en steil opwaarts in het bos. Veel meer valt hier eerlijk gezegd niet te zien. Gelukkig kunnen we even uitrusten bij de Gloriette, een paviljoen dat is opgericht door de Club Vosgien, een Franse wandelclub in de Vogezen. Er staan twee picknickbanken, maar wij hebben niks bij ons en stijgen verder tot aan een restaurant voor koffie. Het blijkt helaas gesloten in deze tijd van het jaar. Verder dus omhoog. De weg naar boven wordt iets minder steil én aantrekkelijker. Huizenhoge bomen, verschillende struiken en heerlijke uitzichten over de vallei met haar herfsttinten vergezellen ons op dit laatste stuk tot aan een reus van een kasteel op de top. Eerst nemen we plaats op het terras ervoor. Het kijkt namelijk ver uit over de bijna Hollands vlakke vallei beneden. Zij lijkt zich eindeloos uit te strekken, om daarna te verdwijnen aan de horizon.
Kasteel en terugweg
De steenrode burcht overweldigt je en als je de toegangspoort gepasseerd bent kom je op een binnenplaats waar een grote molen staat. Hier kun je goed zien dat het kasteel bijna in de rotsen is gebouwd. Het is één van de drukst bezochte trekpleisters van de Elzas. Als we na ons bezoek de trap bij het terras afdalen voor de terugweg zijn we om de hoek alweer bijna alleen. We passeren slechts een paar andere wandelaars op het pad terug, die het eerste stuk hetzelfde is als de heenweg tot aan het gesloten restaurant.
Daarna steken we de weg over en lopen we een vrij vlak paadje door het eikenbos tot aan de zogenaamde Sentier Panoramique. Hier slingert het pad zich een weg langs de heuvel en al gauw komen we bij Belvedère du Langenberg, waar twee bankjes staan. Het geel van de wijnstokken beneden glinstert in de zon en daarachter kun je zowel het dal van de Rijn zien als het Zwarte Woud. Bij helder weer zou je zelfs de Zwitserse Alpen moeten kunnen ontdekken, die ons helaas ontgaan.
Druiventrossen
En dan naderen we de ranken met volle trossen weer. De wijnbladeren hebben een pompoenkleur. De druiven zijn rijp en onvoorstelbaar zoet, want uiteraard hebben we er een paar geproefd. Kijk wel uit met het plukken, want het sap plakt als lijm op je handen. Beneden in het dorp staat gelukkig een fontein (met heuse koi karpers erin rondzwemmend) waar we onze handen kunnen afspoelen. Hierna is het zoeken naar een restaurant dat nog open is, want de meeste blijken dat alleen tussen twaalf en twee te zijn. De terrassen op het plein van Ribeauvillé serveren gelukkig de hele dag door. Flammkuchen: here we come again.
Info
Wij sliepen in hotel Au Riesling in Zellenberg, waarvan de ruime kamers wat oubollig aandoen. De bedden slapen heerlijk en zowel ontbijt als diner zijn er uitstekend. Vanuit de ontbijtzaal kijk je uit over Zellenberg en haar wijnbouw.
Zellenberg ligt ongeveer 600 km van Utrecht. Je rijdt er in circa zes uur naartoe, zowel over Duitsland als via Luxemburg en België. Tip voor stops onderweg: heen via Duitsland, tussenstop Heidelberg, een prachtige oude universiteitsstad aan de Neckar. Terug via Nancy, met haar indrukwekkende Place Stanislas. Beide zijn opgenomen op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
De aangegeven wandelingen zijn allebei middelzwaar. De eerste duurt minimaal drie uur en is ongeveer negen kilometer. Je stijgt hier van 264 naar 640 meter. De tweede stijgt van 224 naar 733 meter en is tien kilometer lang, hier doe je iets langer dan drie uur over.
Houd je van kaas proef dan vooral de Munster uit de streek, hij is ‘munsterlijk’ lekker! En voor wie het niet mocht kennen: Flammkuchen is een soort van extreem dunne pizza, meestal belegd met uien, kaas en spek of champignons. En vergeet niet de beroemde Elzasser Choucroute (zuurkool) te proeven. Wij vonden het onvoorstelbaar smullen.
16 oktober 2019
Weer een geweldig leuk verhaal. Mooie foto’s!
Dank je Marjo!
Het was inderdaad een Munsterlijk lekkere en leuke trip!!
En dat was het René 😉
Een prachtig verhaal over deze prachtige streek❣️
Dank je Anita! Het was nog mooier dan ik tevoren dacht …
Nice pics!
Jullie hebben genoten zo te zien en te lezen.
Inderdaad Carina 😉 Thanks!
Wat een prachtig gebied. En prachtige foto’s.
En dat is het Tonny, dank je wel