right-arrow

‘Deze wandeling? Die duurt een paar uur’, vertelt Marco van het Centro visitatori Parco Nazionale Gran Paradiso in Cogne, een soort van VVV zeg maar. ‘En deze is ook leuk, duurt ook maar een paar uur’, vult hij langzaam aan. We zijn er al snel achter dat het hier geen rondjes om de kerk worden deze week. En kopen dus de wandelkaart van het gebied: Valle d’Aosta.
 

Nationaal Park Gran Paradiso

We zijn in Valle d’Aosta. De kleinste en dunbevolkste regio van Italië, ingeklemd tussen Frankrijk en Zwitserland. In deze provincie ligt Nationaal Park Gran Paradiso, een waarlijk paradijs op aarde. Als je dat tenminste te voet ontdekt. Veel wegen zijn er namelijk niet.

Het park is in 1922 opgericht om zijn vele steenbokken te beschermen tegen de jacht. Het is ook het eerste nationale park van Italië. De helft van het park ligt in Valle d’Aosta en de andere helft in Piëmonte. De Gran Paradiso, met zijn top van 4061 meter meteen de hoogste berg van Italië, ligt precies op de grens van beide regio’s. De Monte Bianco, ofwel de Mont Blanc in Frankrijk, reikt nog 800 meter hoger. Hij is vanaf de hoge toppen van de bergen in het park dan ook goed te zien.

Toegangspoort Cogne

Het kleine en toeristische, maar o zo behaaglijke Cogne vormt de toegangspoort tot het nationaal park. Er zijn minimaal 40 hotels en appartementen in dit dorp van nog geen 1500 inwoners. Toch heb je er van niemand last. Het lijkt wel of alle bezoekers die er komen rust zoeken: bijna iedereen loopt hier op wandel- of bergschoenen, heeft een rugzak om en draagt twee wandelstokken in de hand. Die laatste missen wij misschien, maar toch proberen we het weer zonder.

Wandeling 1

We gaan er meteen volop in de eerste dag en combineren op Marco zijn aanraden twee routes van de kaart. Hoewel er een bus rondrijdt prefereren wij rondwandelingen. En dat kan op deze manier. De start is bij Lilaz (1627 m), drie kilometer verderop.

Als ik het watergekletter hoor word ik even verblind door de schitteringen van de zon op het vallende water. Het komt in bakken naar beneden en zoekt een weg langs rotsen en door kloven. Vanaf verschillende niveaus kun je dit pareltje – Cascade de Lilaz – aanschouwen. Wij moeten helaas door.

Cascate di Lilaz

Lac de Loie

Steil omhoog gaat het langs de wanden van de Loie. Mijn hartslag zit al snel hoog. Zó hoog dat ik bijna niet meer kan genieten van het panoramische uitzicht over de Mont Blanc dat je hier steeds hebt. Na 2,5 uur klimmen loop ik puffend het laatste hoekje om. En dan word ik verrast door het aquablauwe en tot op de stenen doorzichtige water van het Lac de Loie (2368 m). Schoenen uit en voeten erin. Brrrrr… mijn voeten bevriezen bijna, maar wat een genot na die enorme beklimming in de hitte.

Bardoney

Na een broodje gaat het verder, richting Bardoney. Deze vlakte (Pian delle Goilles, 2350 m) is alleen al de moeite van de inspanning waard. Alle tinten groen om je heen, waar je ook kijkt. Rotspartijen, doorschijnend water in een riviertje, watervallen, sneeuw, je kunt het zo gek niet bedenken. Of toch? Ik zie iets bewegen door het hoge gras en probeer dichterbij te komen. Een oorverdovende fluit klinkt door het dal. Waarschuwing van een bergmarmot. Dat maakt mij alleen nog nieuwsgieriger. Sluipend door wilde bloemen en klimmend over stenen probeer ik mijn camera uit de rugzak te halen. Ik heb geluk: vanaf zijn burcht (een stapel rotsen) houdt mijnheer marmot de boel in de gaten. Gelukkig heeft hij niet in de gaten dat ik inzoom…

Ook de afdaling langs Vallone di Bardoney is er een voor het fotoboek. Gelukkig passeren we wat lager een sproei-installatie aan het werk. En kunnen we drinken bij een waterbak, gehakt uit een boomstam. Ons eigen water is intussen op. Niet zo gek met deze temperatuur.

Wandeling 2

Om onze spieren wat rust te geven doen we het vandaag wat rustiger aan met een route langs de rivier vanaf Valnontey door het dal. Lopend langs de woest kolkende rivier zijn de uitzichten weer fenomenaal. We passeren een agriturismo. Gebouwd van grote stenen en enorme leistenen platen als dakbedekking. Iets wat je in deze streek veel aantreft. Ik houd ervan.

Net zoals van de verlaten huizen onderweg die samen een soort van ghosttown vormen. Vóór ons tekenen grijze reuzen bedekt met witte sneeuwvelden zich scherp af tegen de strakblauwe lucht met slechts hier en daar een wolkje. Het is dus weer warm. Over het pad onder de sparren door loopt het goddank wat koeler.

Bij het eindpunt lunchen we zittend op de gevaartes van rotsen. Vlinders dartelen om ons heen. Af en toe zitten er wel dertig bij elkaar. Ook gaan ze soms gewoon op je hand zitten. Bijzonder.

Deels langs hoge roze kattenstaarten, die hier veelvuldig voorkomen, dalen we over zeven kilometer de 150 meter hoogteverschil terug weer af. Blij verrast zijn we als we – terug in het dorp – een terras in de schaduw zien. Dankbaar kloeken we de koude drankjes door onze droge kelen.

Wandeling 3

Vanuit ons liftbakje kijken we het dal in. Deze brengt ons naar Mont Seuc op ongeveer 2100 meter. Hier lopen we de Sentiero Natura. Vlinders in alle kleuren fladderen over de wilde bloemen langs het pad. We stijgen vandaag in totaal tot zo’n 2400 meter en kijken onderweg onze ogen uit naar de ruige bergen aan de overkant.

En dan stuiten we op een antraciet grijs massief dat flikkert in de zon. Verder gaat het omhoog. Het pad wordt steeds smaller. Opeens lopen we op een richel. Een echte bergkam. Even bekruipt mijn hoogtevrees mij. Maar ik zet door. Tot we bovenop de top zitten in het centrum van alle andere giganten. Ik voel mij de koning te rijk.

Wat een toeval dat ik al een tijd op zoek ben naar de Koningspage (vlinder). En hem probeer vast te leggen. Tot nu toe is dat nooit gelukt. Maar nu neemt er een rustig plaats op de rots voor ons … denk ik. Of weet iemand anders misschien hoe deze vlinder heet, mocht ik ernaast zitten?

Koninginnenpage (met dank aan Jan)

De afdaling gaat minder geleidelijk dan het eerste stuk stijging. We klauteren over het smalle zanderige pad bezaaid met rotsen, stenen en boomwortels terug naar het startpunt. En nemen de lift weer naar beneden.

Wandeling 4

Vanuit een ander dal bij Valsavarenche dalen we voor het eerst aan het begin van een wandeling af. In dit geval langs de rivier vanaf ongeveer 1550 naar 1350 meter. Door bos en langs groene weiden bezaaid met een kleurenpalet aan bloemen volgen we de witte rivier. Uit de omringende bergen stromen cascades richting het dal. Het aantal vlinders dat hier rond dwarrelt overtreft onze stoutste verwachtingen.

Het is hier weer heet. Mijn rugzak gooi ik af en toe op één schouder, dan kan hij een beetje aan drogen. Bij het eindpunt doorkruisen we een gehucht van een paar huizen. Dat dit nog bestaat: een super smal straatje langs bijna instortende panden, gehouwen uit rotsige stenen en platen. En er wonen nog steeds mensen! De man die ons passeert verstaan we bijna niet achter zijn mondkapje, maar dat hij ons iets vriendelijks meegeeft zien we aan de lach rimpeltjes bij zijn ogen.

De terugweg valt best zwaar omdat we weer stijgen. Zo nu en dan proberen we dan ook stukjes van de route af te snijden. En de lunch halverwege, op een strandje aan de rivier, samen met een oma en haar kleinkinderen, doet ons goed.

Wandeling 5

Mijnheer marmot blijft door mijn hoofd spoken. Ik zou er graag meer zien. Dus besluiten we terug te keren naar Bardoney. We starten de route nu alleen andersom. De afdaling van dag één was immers ‘gemakkelijker’ dan de kant van beklimming.

Het eerste stuk is behoorlijk steil dus vraag ik me al snel af waarom ik dit ook alweer verzonnen had. Maar dan wordt het weer zo mooi om ons heen dat ik dit snel vergeet. Boven aangekomen zoek ik een strategische plek om de familie marmot te kunnen bespieden. Een smalle rotsrand dient als stoel. Pijnlijk soms, maar effectief. Ik houd de stenen burcht angstvallig in de gaten als ik mijn broodje eet.

Bergmarmot

Bergmarmot

Rechts van mij bevindt zich ook een rotsspleet. Opeens zie ik daar twee oogjes onder vandaan verschijnen. Heel voorzichtig komen die verder naar voren. En dan het gelukzalige moment dat hij (of zij?) zich opricht en tevoorschijn komt. Minutenlang staren we elkaar aan. Gelukkig klinkt er geen hoge fluittoon.

Hier en daar zie ik onder mij gras bewegen. Van een aantal kanten keren marmotten terug naar de burcht. Alleen hierom ben ik al blij de tocht van vandaag weer ondernomen te hebben. Ik schiet veel plaatjes.

Voordat we aan de daling beginnen genieten we nog eerst nog even van deze schitterende vallei en haar rivier en watervallen. En vullen onze flessen weer met fris bergwater, want warm is het nog steeds.

Wandeling 6

De vallei van Valeille (sorry, zo heet hij) staat vandaag op het programma. Het is even zoeken naar de juiste weg vanuit Lilaz. Al snel stuiten we op een groot houten kruis en een aantal stenen eromheen. Erop plaquettes met de namen Loek en Hein Rijven. Ik google ’s avonds meteen hun namen. Geboren in Den Haag en een expeditie naar Spitsbergen in 1972 overleefd. Hier jong gestorven in deze bergen in 1975. Daar word je even stil van.

We stijgen geleidelijk 250 meter via een pad hoog boven de rivier. Vóór ons weer besneeuwde hoge bergen. Hier en daar liggen een stuk lager zelfs nog sneeuwvelden om ons heen. In de rivier zien we op sommige zandplaatsen wat bloemen bloeien in geel, paars en wit.

We passeren een paar watervallen. Handig om te weten voor de terugweg met dit weer. Zo’n anderhalve liter gaat er toch vaak snel doorheen op onze wandelingen. Dan is kunnen bijvullen met bergwater een rijkdom.

Op het keerpunt een brug over de wilde rivier. Hoog op een rotspunt boven het water verorberen we onze broodjes. Iets verderop staat weer een veld met manshoge kattenstaarten. We besluiten er een stukje doorheen te lopen. En zien weer een marmot. Wat boffen we toch.

Op de terugweg vullen we ons flesjes weer bij een waterval en frissen ons wat op bij de in het rond spetterende druppels. Nu is mijn rugzak eindelijk ook eens gewoon nat van het water!

Onze laatste avond eten we weer bij Pizzeria Ristorante Lido in Sarre. ‘Zo fijn dat je bijna iedere avond bent geweest en over ons wilt schrijven’, glimlacht eigenaresse Valeria mij toe. Haar partner, Francesco, besluit ons later wederom korting te geven op de rekening. Valle d’Aosta: een echte zegen!

Info:

Cogne ligt op zo’n 11 uur rijden vanaf Utrecht. De meeste wandelingen bij Cogne nemen al gauw zo’n 4 à 5 uur in beslag. Ook zijn ze vaak steil. Zoek dus goed op de kaart als je dat liever niet wilt.

Verblijf

Wij verbleven in Sarre, vlakbij Aosta, op camping International Touring. De maatregelen die men hier heeft getroffen i.v.m. het Coronavirus zijn perfect. Overal staat desinfectiegel en bij douches en toiletten kun je niet anders dan 1 meter afstand houden. Alles wordt keurig schoon gehouden.

Eten en drinken

Pizzeria Ristorante Lido in Sarre ligt aan een turquoiseblauw vismeertje (Frazione La Remise 31, Aosta). Vanaf het terras heb je uitzicht over de bergen eromheen. Bediening en eten zijn hier voortreffelijk (informeel). Ook de wijnen smaken uitstekend, net als het bier van de tap. De kaart is relatief klein maar voldoende voor een week zo blijkt. Pizza’s zijn er in vele soorten en maten.  Met verrassende combinaties als bijvoorbeeld tonijn, olijven, artisjokken en rode ui. Maar vergeet vooral niet de burrata als voorafje te proberen. Hij is goddelijk. Net als de gnocchi met Bleu d’Aoste en noten. Doe je die de volgende dag!

Covid-19

In Italië is een mondkapje verplicht bij het rondlopen in een restaurant (naar toilet en bij het afrekenen), aan tafel niet. In winkels moet iedereen een kapje op. Verder is alles ingericht op 1 meter afstand.

Vorig verhaal
«
Volgend verhaal
»

Doe mee met de conversatie

6 reacties

  1. Schitterende foto’s! En zo herkenbaar, fantastisch wandelgebied, waar wij al jaren trekken en bivakkeren met met meegenomen tentje.
    Wanneer komt jullie volgende verhaal? Wij vertrekken volgend jaar voor een trekking van zuid naar Noord Portugal en ik ben heel benieuwd nar jullie wild-kampeer-ervaringen daar !

    1. Dank je wel Ineke! Ik hoop dat jullie dat gewoon kunnen doen volgend jaar. Wij hebben nog geen concrete plannen en wachten even rustig af. Ben benieuwd naar jullie ervaringen!

  2. Hallo Monique,

    Prachtig gebied, ben er nu ook tweemaal geweest. Fraaie foto’s ook en een leuk verslag.
    Heb alleen een correctie voor je. De foto van de Koningspage laat een Koninginnepage zien!!

    Groetjes,
    Jan

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *