right-arrow

Het South West Coast Path in Engeland loopt vanaf Poole Harbour in Dorset via Land’s End tot aan Minehead in Somerset. Zie hiervoor de kaart onderaan. Dit lange afstandswandelpad voert langs de zeer afwisselende, dramatische kustlijn alhier. Verbaasd heb ik mij dan ook niet over het grote aantal woorden dat het Engels kent om een inham aan zee, waardoor de kust hier voornamelijk gevormd is, aan te duiden. Cove, creek, bight, bay … en dat is nog niet eens alles.

1014 kilometer

Het Coastal Path is in totaal 1014 kilometer lang. Wij hebben geen tijd om een dergelijke lengte te belopen. Dus pakken we hartje zomer slechts een paar hoogtepunten. Dit gedeelte van Engeland heeft overigens nogal wat beroemde schrijfsters voortgebracht. Voor mij een extra reden om de streek te bezoeken.

Dartmouth, South Devon – 20 km 

(NB: De lengte van de wandelingen zijn qua kilometers bij benadering aangegeven)

Zittend op de boot vanaf Dartmouth naar Greenway kijk je prachtig uit op de groene heuvels die de monding van de rivier de Dart omsluiten. Voorbij Greenway (het voormalige vakantiehuis van misdaadauteur Agatha Christie, waar wij ons laten afzetten) loop je groene heuvels op en af door oude inheemse eikenbossen. Soms waan je je in een decor van ‘Lord of the Rings’. Je komt langs watervalletjes en grote hoeveelheden paarse bloeiende bloemen. En je hebt steeds dat waanzinnige uitzicht over de riviermonding aan je rechterhand.

Dartmouth Castle

Het kost je zo’n twee uur tot aan Kingswear, waar je een heerlijk kneuterig pontje pakt terug naar Dartmouth. Bergopwaarts gaat het vanaf de gezellige kade over het pad langs de heuvel richting Dartmouth Castle, een van de mooist gelegen forten in Engeland. Alsmaar heb je dat adembenemende uitzicht over de zeearm met haar turquoiseblauwe, mediterraan ogende water. En over de lieflijk gekleurde huisjes op de hier en daar met palmen begroeide oevers.

Dartmoor

Via de indrukwekkende natuur van Dartmoor met haar hei, schapen, allerhande kleuren paarden en zwarte runderen, rijden we hierna naar ons overnachtingsadres in Plymouth. Hier maken we ’s avonds nog een mooie rondwandeling maken langs de kust, het fort en de vuurtoren.

Ramehead, Cornwall – 12 km

De lucht wordt helemaal grijs en het waait stevig als we ’s ochtends vroeg uit de auto stappen bij Ramehead. Maar de wind gaat gelukkig al snel liggen als we de heuvel oversteken, wat ons een beeldschoon plaatje oplevert van deze ruige klif aan zee. Waar een – naar alle waarschijnlijkheid Keltisch – kapelletje op de top staat. Beneden zien we wilde paarden staan.

Kingsand/Cawsand

Het pad langs de onstuimige oceaan hier leidt ons daarna tussen gele en roze bloemen door van het ene naar het andere panorama. We drinken koffie in het idyllische haventje van Kingsand/Cawsand met haar steile rotswanden en middeleeuwse straatjes. En we genieten van de grote aantallen klaprozen en gekleurde vlinders op de lila vlinderstruiken onderweg.

Polperro en Fowey

Polperro, op de route naar onze middagwandeling, blijkt een heerlijk piratenstadje zoals je dat alleen uit films kent. Een bezoek meer dan waard dus. Het is wel een eindje lopen want de auto mag het dorp niet in. Kilometers verderop nemen we het pontje tussen Bodinnick en Fowey om in de laatste een kijkje te nemen.

Daphne du Maurier

Een van mijn heldinnen, Daphne du Maurier (schrijfster van o.a. Rebecca, The Birds en Jamaica Inn), woonde hier begin jaren veertig van de vorige eeuw. Het is een gezellig stadje waar je een heerlijke rondwandeling kunt maken. Je hebt hier wederom fijne uitzichten over de rivier (de Fowey in dit geval), de zee en Bodinnick aan de overkant.

Hierna rijden we door naar ons volgende verblijf in Falmouth. Ook hier maken we nog een strand- en stadswandeling voor het slapen gaan.

Lizard Point, Cornwall – 12 km

Als we na een paar kilometer door heidevelden gewandeld te hebben bij Kynance Cove arriveren zijn we even sprakeloos: wat een beeldschone baai. Zo hebben we ze niet vaak gezien. Het water klotst er tegen de hoge rotsen aan. Wij voelen ons heel nietig bij al dat geweld in deze ruige natuur. Lizard Point zelf markeert het meest zuidelijke puntje van Engeland.

Zeehonden

Hierna voert het pad ons verder langs steile rotskliffen richting Lizard Lighthouse. Onderweg zien we grijze zeehonden in zee zwemmen. De dolfijnen die hier ook met enige regelmaat worden gesignaleerd ontgaan ons helaas. De begroeiing op de rotsen verandert hier voortdurend, waardoor het steeds weer een verrassing is wat we om iedere nieuwe hoek zullen zien.

Porthleven

Terug in het uitermate rustige maar lieflijke dorpje Lizard eten we een scone voordat we de doorreis naar ons hotel in Penzance via het pittoreske dorp Porthleven aanvaarden. Ook hier heerst een heuse piratensfeer. Er staan kanonnen bij de ingang van de haven, de heuvels eromheen zijn bebouwd met leuke versierde gekleurde huisjes. De zwarte Cornish flag (in het Cornish: Baner Peran) wappert er veelvuldig heen en weer. Hij doet ons soms denken aan de welbekende zwarte piratenvlag.

St. Michael’s Mount

Bij St. Michael’s Mount (jawel, de tegenhanger van de jou wellicht bekende Mont Saint Michel in Frankrijk) lopen we met eb nog over gladde, met groene alg begroeide, kinderkoppen naar de overkant tussen behoorlijke aantallen toeristen. En terug uiteraard.

Land’s End, Sennen Cove en Botallack, Cornwall – ca. 10 km in totaal

Onderweg naar Land’s End nemen we ’s ochtends vroeg eerst een kijkje bij de zogenaamde Merry Maidens, een kleinere uitvoering van het beroemde en drukbezochte Stonehenge. Hier is niemand. Dan nemen we nog een kijkje bij Porthcurno Beach, het mooiste strand dat ik ooit in Engeland heb gezien. Blauwgroene zee, wit zand en ruige rotsen, magisch!

Land’s End

Daarna door naar Land’s End dus, het meest westelijke puntje van Engeland. Hier omringt de zee ons helemaal. De wandeling over en langs megarotsen en hei (in alle soorten en maten door elkaar) richting Sennen Cove en terug is een feestje.

Mijnen

Als we terugkomen bij onze parkeerplaats een stuk verderop zien we de toeristenstroom langzaam op gang komen, maar wij gaan gelukkig verder richting Botallack. Hier bevinden zich de ruïnes van voormalige tinmijnen. Mijnen zijn zo’n beetje uitgevonden in Cornwall. Veel mannen uit de streek zijn dan ook de wijde wereld ingetrokken om hun kennis elders uit te zetten. Machtig mooi is het hier: verlaten ruïnes en torens (vaak bijna tot in zee) tekenen zich af tegen de blauwe lucht. In deze woeste omgeving zal het vast een hard leven zijn geweest in het verleden.

St. Ives

’s Middags bruinen we een paar uur bij op een van de stranden van St. Ives, een schilderachtig druk bezocht stadje met wederom een vuurtoren en bijbehorende haven. Het is een flinke klim weer naar boven. De afdaling op de heenweg viel ook niet mee: er mogen immers geen auto’s het centrum in. En dat is maar goed ook, want daarmee behouden de smalle straatjes hun charme. Je loopt hier dus heel wat kilometers af, ook als je niet van plan was om te wandelen.

Tintagel Castle, Cornwall en Clovelly, North Devon – ca. 10 km in totaal 

In de beroemde Jamaica Inn in Bolventor (Bodmin Moor) nuttigen we onze koffie ’s ochtends , zodat we gesterkt aankomen bij Tintagel Castle. De heuvels zijn hier best hoog, dus dat wordt klimmen. De fietstocht die we onderweg bij Padstow-Wadebridge hadden willen maken gaat niet door vanwege de (eerste en meteen ook laatste) regenbui.

Tintagel Castle

Bij Tintagel komt de zon weer door. Wat een mystieke plek: ze zeggen dan ook dat Koning Arthur hier residentie had (maar dat heeft hij geloof ik zo’n beetje overal in Engeland). Zijn mysterieuze beeld staat op de top en het is hier flink trappen lopen op gladde, veelal uit de rotsen gehakte, treden. Ook hier tref je – het wordt misschien vervelend – vanaf kliffen en rotsen waanzinnige uitzichten over de oceaan.

Clovelly

Clovelly (leg de klemtoon op de è), het zo’n beetje meest fotogenieke dorp in Noord Devon valt wat tegen door onze hooggespannen verwachtingen. Je moet echt goed ter been zijn om hier de (betaalde) steile afdaling over kinderkopjes naar het intieme haventje beneden te kunnen maken. Voor de terugweg geldt uiteraard hetzelfde. Tegen etenstijd rijden we naar ons hotel in Barnstaple.

Valley of Rocks en Lynton-Lynmouth, North Devon – ca. 22 km in totaal

De Valley of Rocks is lekker ruig, grote rotsen lopen steil af in zee en het pad loopt daar vlak langs. Jammer is wel dat er hier een stukje geasfalteerd is, iets wat we nog niet eerder zijn tegengekomen. Desondanks zijn de uitzichten weer magnifiek.

Cliff Railway

Voor de wandeling, die we daarna vanaf Lynmouth richting het theehuis in Watersmeet ondernemen, maken we eerst een afdaling met de zogenaamde Cliff Railway vanaf het hoger gelegen Lynton. Het is zwaar. We lopen bergopwaarts langs de rivier, het is warm en de flinke klim richting Countisbury is steil. Uiteindelijk worden we gelukkig weer beloond met een machtig weids uitzicht over zee.

We lopen tussen allerlei kleuren koeien door, langs een oud kerkje met bijbehorende begraafplaats en wagen ons over het smalle pad langs hoge kliffen boven de oceaan. Het pad wordt aan beide zijden begeleid door wilde violette bloemen. Ik moet niet naar rechts kijken want opeens word ik hier bevangen door mijn zo nu en dan weer de kop opstekende hoogtevrees.

Tarka Trail

De Tarka Trail (fietspad zonder overige verkeershinder) loopt in Devon van noord naar zuid: van Ilfracombe naar Hatherleigh. Wij vertrekken vanaf Barnstaple zuidwaarts maar zijn niet echt onder de indruk, dus fietsen we na Instow weer terug langs de rivier de Taw. Dat rondje blijkt 22 kilometer te zijn.

Ilfracombe

Het gezellige Ilfracombe bezoeken we per auto, onderweg naar Weston-super-Mare, waar we de drie komende nachten zullen verblijven. Niet een erg mooie stad, maar hij ligt wel aan zee en het is een goede uitvalsbasis voor onze laatste twee wandelingen.

Cheddar Gorge, Somerset – 7 km

De fietsen die we in Somerset willen huren blijken alleen op zondag verkrijgbaar, dus we besluiten ook hier te gaan wandelen in plaats van de zogenaamde Strawberry Line (een voormalige spoorbaan tussen Yatton en Cheddar) te fietsen.

Glastonbury

Ondanks dat de rondwandeling maar 6 kilometer lang is wordt wel aangegeven dat hij hard/strenous is in places en dat ondervinden we: de klim omhoog is soms bijna loodrecht, maar wat een spectaculair gezicht is het om hier de wolken de grootste kloof van Engeland te zien intrekken en vanaf de rand van haar steile wanden op zo’n 140 meter hoogte een blik naar beneden te werpen. De wandeling is weer zeer afwisselend: we passeren een geheimzinnige grot in het bos, zien de toren van Glastonbury in de verte als de mist is opgetrokken en ontmoeten nog een kudde zogenaamde Soay sheep.

Na het avondeten maken we een rondje langs het strand waaraan ons verblijf ligt. De avondzon kleurt alles oranje, wat een sensationeel uitzicht over Sand Bay oplevert.

Ebbor Gorge, Somerset – 10 km

Vanaf Wookey Hole, een kermisachtige attractie bij de gelijknamige grotten wandelen we door de Ebbor Gorge naar Priddy en via een omweg terug naar Wookey Hole. Na onze ervaring gisteren valt de kloof helaas wat tegen, maar de steile klim over grote rotsen in de zeer smalle doorgang maakt ook deze wandeling toch weer de moeite waard. Met het uitgestrekte uitzicht bovenop zien we nu de toren van Glastonbury van iets dichterbij. Door de akkers lopen we weer terug en de uiteindelijke afdaling naar Wookey Hole bezorgt ons pijn in de kuiten.

De stad

Gelukkig maar, want onze wandelingen in de natuur zitten erop: de paar laatste dagen brengen we immers in de stad door (Bath, Bristol en Dover). Voor de liefhebbers van schrijfster Jane Austen (Pride & Prejudice, Sense & Sensibility): Bath is haar stad en hier bevindt zich dan ook het Jane Austen centre.

Meer info:

Exeter

Als je deze wandelvakantie wilt gaan doen is het misschien leuk om te starten in Exeter: een gezellig studentenstadje aan de rivier de Exe, zo’n vijf uur rijden vanaf de boot of tunnel. Hier staat een van de mooiste Middeleeuwse kathedralen in Engeland, een echt gotisch meesterwerk. Je drinkt er een ‘pint on the waterfront’ – aan de gezellige historische kade dus – en kunt er heerlijk Marokkaans eten aan het pleintje naast de kathedraal. De volgende ochtend kan je wandelavontuur dan beginnen. Aan het eind kun je bijvoorbeeld nog Bath en/of Bristol bezoeken als je genoeg natuur hebt gezien en weer aan wat cultuur toe bent. 

Wandelroutes

Alle rondwandelingen zijn zeer gevarieerd en eventueel bij mij per mail op te vragen. De uitzichten over de oceaan zijn echt onnavolgbaar tijdens het wandelen, dat lukt je tijdens het maken van bijvoorbeeld een roadtrip niet. De wegen hier zijn vaak voorzien van heggen/heggetjes, die je het zicht op de omgeving veelal ontnemen en er lopen ook niet veel wegen vlak langs zee. Wel is het veel klimmen en dalen waardoor 10 km vaak aanvoelt als 15 km.

Tot slot zijn speciaal aan te raden verblijven wat mij betreft:

Premier Inn Hotel Exeter Centre: midden in het centrum dus, een zeer uitgebreid ontbijt, zowel Engels als continentaal, overheerlijke bedden en uitermate behulpzaam personeel.

Cotswold House Falmouth: bijna op het strand, vlakbij het centrum en het overheerlijke ontbijt wordt buitengewoon vriendelijk uitgeserveerd.

The Broomhill Art Hotel in Barnstaple, wat over een galerie en prachtige beeldentuin beschikt. Ook binnen vind je veel kunst. Bij het ontbijt wordt naast een verse, prachtig opgemaakte fruitsalade gerookte zalm naast je scrambled eggs op toast geserveerd.

Bed & Breakfast The Forester & Flower in Bath, een heerlijke, typisch Engels ingerichte B&B, iets buiten het centrum, waar het ontbijt echter niet Engels is, maar daarom niet minder lekker: het buffet bevat bijvoorbeeld wel acht soorten vers fruit met romige joghurt, jammie!

Voor de fans: volgende week donderdag (15 september 2016) vindt het Agatha Christie Festival plaats in Torquay aan de kust van Zuid Devon.

8 september 2016

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *