right-arrow

‘Waarom ik Argentinië met vrouw, dochter en hond drie maanden geleden verlaten heb?’ Martín, ober bij tapas restaurant Tast vult meteen aan: ‘denk vooral niet dat het om een economische crisis gaat, het is bovenal een sociale crisis.’ Het restaurant loopt op dat moment vol, dus helaas kunnen we hem niet om verdere uitleg vragen. Daarom smullen we maar door van alle lekkernijen op tafel hier in Palma de Mallorca.

In januari op het terras

In Palma de Mallorca – iets groter dan Utrecht met haar ruim 400.000 inwoners – lopen en fietsen we overdag in een truitje rond. De met palmen bezaaide stad ligt er eind januari zonovergoten bij. Twee dagen hiervoor regende en stormde het nog. Het oogt kleiner dan onze Nederlandse stad en dat komt vooral door het historische centrum, dat bovenop een heuvel ligt. Als je in de oude binnenstad verblijft loop je dus iedere dag trappen op en af.

Binnentuin Baños Arabes

Kathedraal en Arabische baden

Eerst verkennen we het westelijke deel van de stad te voet. Via Baños Arabes (doen, want deze baden zijn één de van best bewaarde overblijfselen van de Arabische stad Mayurga en de entree is maar drie euro) bereiken we de kathedraal. Geen wonder dat dit de trots van Mallorca is, groter kun je bijna niet bedenken. De gigant is gebouwd op de restanten van een Arabische moskee. Je krijgt haar nauwelijks op de foto. De vriendelijke man die we vragen om onze vriendinnengroep ervoor vast te leggen wringt zich in allerlei bochten. Tijdens zonsondergang geven de kalkstenen van La Seu, zoals de Mallorcanen haar liefkozend noemen, een gouden gloed af. ’s Avonds wordt zij wit uitgelicht tegen een zwarte lucht.

Vanaf het plein naast de kathedraal kijk je uit over haven en zee en een langgerekte vijver met fontein. ’s Zomers zal het hier vast heerlijk zijn in de schaduw van de bomen, waarmee hij deels omringd wordt. Wij kunnen die gelukkig laten voor wat ze zijn.

Palau de L’Almudaina, recht tegenover de hoofdingang van de kathedraal en stammend uit dezelfde periode, werd van Moors kasteel verbouwd tot Koninklijk verblijf op Mallorca. Tot op de dag van vandaag verblijft de Koninklijke familie hier bij een bezoek aan het eiland. Langs de haven gaan we verder richting westen.

Castell de Bellver

‘Vamos! A mi casa’, gebaart Maria*. We gehoorzamen maar wat graag, want de lift in het fris geurende met marmer betegelde complex scheelt ons een hoop klimwerk. Onderweg naar Castell de Bellver, een van de weinige ronde kastelen van Europa, hebben we van oorsprong Colombiaanse Maria zojuist de weg gevraagd. Het kasteel torent namelijk hoog boven Palma uit. We doen ons best haar bij te houden. Stappend uit de lift betreden we een binnentuin met glinsterend turquoise zwembad. Het kasteel zien we iets hoger liggen. Het laatste stuk gaat grotendeels via trappen. Met rode hoofden en natte ruggen komen we boven. Gelukkig staan er bankjes.

Tussen en onder olijfbomen door lopen we terug richting haven. Het sneeuwwitte terras van Can Blanc lounge en café restaurant wacht op ons. Zonnebrillen zijn hier onontbeerlijk met die schittering op het water van de Mediterranée.

Santa Catalina

Deze wijk heeft de charme van een voormalig vissersdorp en doet ons denken aan het verhaal van Don Quichot, zoveel oude windmolens staan er. Tussen witte huisjes (met groene, blauwe, oranje en gele deuren en kozijnen) van voormalige vissers en molenaars staan bloeiende mandarijnenbomen. We plukken er wat. Ze blijken erg zuur.

Op de fiets

Vandaag pakken we de fiets. Langs de kust is een fietspad aangelegd tot aan El Arenal. Welke puber kent het niet? Het is maar tien minuten fietsen tot aan Anima Beach club. Ook hier overheerst het smetteloze wit, al wordt het leuk opgefleurd met turquoise tinten. Best jammer dat we verder moeten en niet lang kunnen genieten van deze relaxplek.

Natuurreservaat

Tot aan natuurreservaat Es Carnatge fiets je langs bebouwing aan zee en haventjes met vrolijk gekleurde huisjes, waarvan de luiken bijna allemaal gesloten zijn. In het natuurpark bloeien gele bloemen en de struiken zijn er nog groen in deze tijd van het jaar. Langs rotsen rammelen we over houten planken die de anderhalve kilometer overbruggen. Ter hoogte van Platja d’Or waaien weer palmen langs de weg.

Duitse buurt

Bij Playa de Palma passeren we winkeltjes, café’s en restaurants met namen als Deutsche Eck, Bierkönig en Oberbayern. Niet vreemd dus dat de serveerster van Chalet Siena, een terras aan zee met groene wanden en rieten stoelen, ons in het Duits aanspreekt op de weg terug. Maar eerst gaan we nog naar El Arenal. In januari ogen de stranden en aangrenzende panden ietwat treurig, ondanks de prachtig aangelegde boulevard die ons bijna de hele weg vergezelt. Twintig kilometer vinden we daarom meer dan genoeg. We draaien om.

Smullen

Waren de pintxos al om je vingers bij af te likken, de warme tapas bij Tast zijn minstens zo smakelijk. Het afscheidsafzakkertje doen we onder het peperplafond van Mallorca delicatessen. We raken in gesprek met het echtpaar naast ons. Sandra komt uit Valencia maar spreekt accentloos Engels. Haar man komt uit Yorkshire Dales. Ze hebben elkaar in Londen ontmoet en zijn hier ook een paar dagen op vakantie. En gaan jullie dan ook nog naar Valencia? ‘Nou nee’, lacht Sandra, ‘we zijn juist hier om de families van beide kanten te ontvluchten.’

Plaatselijke specialiteit

Een tip: proef vooral de plaatselijke specialiteit Hierbas secas de Mallorca, een zoete en zachte kruidenlikeur met anijs en munt. We krijgen hem gratis na een ietwat teleurstellende ervaring bij Celler Sa Premsa, een informeel typisch Spaans restaurant met houten wijnvaten langs de muren en donkerhouten tafels en stoelen. De bediening is superlief en de kok kwalitatief wat minder. Bestel er liever geen biefstuk maar bijvoorbeeld tortilla, lam uit de oven of gegrilde asperges. De Hierbas maakte een hoop goed.

Afscheid

Op de terugweg naar de luchthaven vertelt onze taxichauffeur dat de geplande feestweek is verschoven vanwege het slechte weer. Boffen wij even: onder de heaters van een terras lieten onze buren ons de avond ervoor al foto’s zien van een mini-tsunami aan de andere kant van het eiland. De hartelijke serveerster daar bleek trouwens ook uit Argentinië te komen.

*’Vamos! A mi casa’ betekent: ‘kom we gaan naar mijn huis’

Info:

Algemeen

Men spreekt twee talen op Mallorca: Mallorquin, een Catalaans dialect en Castiliaans (Spaans). Stad heet bijvoorbeeld ‘ciutat’ of ‘ciudad’ en water kan ‘agua’ of ‘aigua’ heten.
Donderdagmiddag van 15 tot 18 uur kun je het Koninklijk Paleis gratis bezoeken.
Aan Carrer de Can Serra nummer 7 vind je de Arabische baden. Er is ook een fraaie binnentuin.
Overal kun je fietsen huren. Wij deden dat bij Nano Bicycles (Carrer de la Mar 10).

Eten en drinken

Mallorca delicatessen shop and bar, 9 Plaça de Weyler. Tussen de Spanjaarden drink je heerlijke wijnen. Je kunt er ook droge worsten proeven en kopen in allerlei smaken.
Tapas eten bij Tast, Carrer de la Unió 2. Reserveer als je zeker wilt zijn van een plek.
Voor een drankje aan zee: Anima Beach Club, aan het begin van Platja de Can Pere Antoni.
Can Blanc Lounge ligt aan Avinguda de Gabriel Roca 3A, in de haven.
Bij Mise en Place aan Plaça Mayor is ontbijten een feest (los bestellen of uitgebreide brunch).
Arabay (Carrer del Sindicat 5) serveert uitmuntende koffie met croissants en taart.
Chalet Siena aan het strand heeft overheerlijke salades (Carrer de la Missió de San Diego, 1).
Celler Sa Premsa voor puur Spaans eten (geen biefstuk): Plaça del Bisbe Berenguer de Palou, 8

Reis en verblijf

Wij verbleven in een Can Rubi appartement: lekker centraal, super schoon en heerlijke bedden.
Pancho, samen met zijn broer Joaquin beheerder van de accommodatie, zegde ons toe dat je bij rechtstreeks boeken een eerste ontbijt gratis krijgt.
Vanaf de luchthaven kun je met lijn 1 (bus) naar het centrum voor 5 euro pp. De ticketautomaat verlangt cash in briefjes van tien en twintig euro, handig om te weten. Een taxi kost 20 euro.

26 januari 2020

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *