Een stoffige safari ligt nu enkele dagen achter ons en vanaf mijn bedje in de tuin van het hotel onder de hoge palmen, grenzend aan het witte zandstrand, ziet de zee er aanlokkelijk uit. Maar schijn bedriegt: eb en vloed is hier aan Bamburi Beach, iets boven Mombasa in Kenia, heel sterk. Vaak liggen alle bootjes op het droge en komt bij vloed de zee tot aan de hoger gelegen tuin van het hotel. De vervolgens aangespoelde zeegrassen trekken hier ook vaak een spoor over het strand. We zwemmen dus liever in het zwembad hier.
Do you like seasafari?
Twee jongens trekken op enig moment mijn aandacht (zoals hier veel vaker het geval is). Ditmaal besluit ik even naar ze toe te lopen. “Do you like seasafari?” Ik knik bevestigend en vijf minuten daarna lopen we allemaal hand in hand de zee in, of liever gezegd waden we door de zee, die nog maar tot aan de kuiten reikt. Best eng, want je ziet niet waar je je voeten neerzet door alle groene planten die er staan en bovendien blijken zich hier allerlei onvermoede dieren te bevinden. Ik waad dus toch even terug om mijn slippers te halen, al blijkt ook dat lastig, want bij iedere stap zuigen die zich vast in de bodem. Met regelmaat moet ik mijn slipper dus opnieuw zoeken tussen de grassen, als het me weer niet gelukt is bij een nieuwe stap de slipper weer “mee te trekken”.
Iedere twee meter halen de jongens – inmiddels zijn het er vier – wel iets naar boven. We zien zelfs nog een murene weg zwemmen. Ik wist niet dat die hier bij Mombasa, op zulk laag water, nog kunnen blijven rondhangen. In een poel een eindje verderop besluiten we James, een werkelijk reusachtige murene, uit zijn hol te lokken met een stukje krab aan een stok. Verder hebben we nog een zeerups gezien, een enorme zee-egel, zeeslakken, een zeespin en een zeeworm van minstens een meter lang en oh ja, ook nog zeekomkommers. Andere dieren wist ik het bestaan niet van, laat staan hun naam.
Volkskrantreizen.nl, 4 juli 2010