right-arrow

Als de bel gaat sta ik op en trek ik mijn rokje van achter naar beneden, want dat heeft altijd de neiging op te kruipen. Mijn blouse knoop ik dicht: hij mag niet denken dat ik op die manier zijn aandacht zoek. 

Als ik de deur opendoe staat Victor opeens voor mijn neus. Zijn ogen kijken wild. Een pijnscheut schiet door mijn borst. ‘Hoi meisje’, zegt hij, ‘niet schrikken hoor’. Hij haalt een hand door zijn dikke haar en ik zie aan zijn gebogen houding dat hij erdoor zit. ‘Heb je even?’

Ik sta in tweestrijd. Een deel van mij zegt dat ik hem gewoon een borrel moet inschenken, maar het andere deel in mij schreeuwt dat ik dat vooral moet laten. Hoe vaak heb ik me al niet door deze man in de luren laten leggen? ‘Ik krijg bezoek, helaas Victor, dit past nu echt niet’ en voorzichtig duw ik hem van de deur af. Achter hem zie ik een blonde jongeman hijgend bovenaan de trap staan. Zijn staalblauwe ogen kijken mij vragend aan en schieten van Victor naar mij. ‘Kom ik ongelegen?’ Zijn stem klinkt hees, sexy wel. Victor draait zich om en lijkt dit bezoek in zich op te willen nemen. Vervolgens keert hij zich naar mij en mompelt bijna onverstaanbaar ‘dat hij wel een andere keer aankomt’. Ik laat de blonde jongeman binnen.

In mijn hoofd bonst het. Dat dit nu net moet gebeuren. Ik heb Victor in maanden niet gezien. Daniël blijkt pas 23 jaar. Wie had dat gedacht. Ik hoor mijn vriendinnen al lachen om deze “toyboy”. Nou ja, tijden veranderen en 11 jaar is zeker niet onoverkomelijk. In mijn buik voel ik een kriebel. Schaam je, denk ik bij mezelf.

Daniël studeert economie. ‘Had ik een vier voor bij mijn eindexamen’, zeg ik lacherig. Ik moet me nu niet gaan aanstellen, ik lijk wel een bakvis. ‘Ik heb met opzet geen foto gestuurd, misschien haakte je dan wel af’, zegt hij voorzichtig als ik hem zeg dat ik me niet had voorgesteld dat hij zo jong zou zijn. Bij die uitspraak kleurt hij overigens wel rood tot achter zijn oren. Dus hij was bang dat ik voortijds zou afhaken. Hij heeft geen idee hoe woest aantrekkelijk hij is, gniffel ik in mezelf. Als ik dat had geweten al die avonden dat we chatten, had ik deze date nooit zo lang uitgesteld. 

De volgende dag word ik wakker in een grijze mist. Wat heb ik spijt. Natuurlijk was het gisteravond gezellig, maar ik had nooit moeten drinken. En vooral niet zo laat naar bed moeten gaan, tenslotte heb ik om tien uur die presentatie en dat gaat echt gemakkelijker als je uitgeslapen bent. Ik douche me even snel en fatsoeneer mijn haar. Daarna schiet ik mijn donkerblauwe jurk aan, die maakt altijd dat ik serieus overkom. Met de boterham in mijn hand neem ik de treden naar beneden per twee tegelijk. 

Als ik de sleutel in het autoslot steek valt mijn oog op Victor, die een stukje verderop tegen een lantaarnpaal geleund staat. Daar heb ik nu geen tijd voor, denk ik en ik spring in mijn Fiat om vervolgens flink gas te geven.

Daniël staat voor mijn deur als ik thuiskom. Ik blijk hem toch verteld te hebben hoe laat hij mij kon verwachten. ‘Sorry dat ik ben gekomen, maar ik moest je zien’, zegt hij en plagerig haalt hij een hand door mijn haar. Ik voel mijn benen alweer zwabberen. Het is ook zo lang geleden dat ik dit soort aandacht kreeg. Dat heeft natuurlijk niks met Daniël te maken, al heb ik in tijden niet zo’n mooie jongen gezien. 

Hij geeft vage antwoorden als ik hem vraag naar zijn familie, relaties en andere zaken die dichterbij zijn dan de algemene. Toch voel ik me heel vertrouwd met hem. Op de een of andere manier raakt hij me kennelijk precies daar waar ik geraakt wil worden. Dan gaat de telefoon. ‘Meisje, kun je die kleuter niet buiten de deur zetten, want ik sta al een hele dag op je te wachten’ hoor ik Victor zeggen. ‘Weet jij wel hoe vaak ik op jou heb gewacht’, zeg ik, terwijl ik mijn woede onder controle probeer te houden. ‘Ik denk dat je me met rust moet laten, Victor. Ik ga nu ophangen.’ 

Daniël maakt aanstalten om op te stappen. ‘Ik denk dat ik beter kan gaan nu.’ ‘Misschien wel’, antwoord ik, ‘maar kom morgen lekker eten, dan kletsen we verder. Ik neem aan dat je weet dat mijn ex weer is opgedoken, maar maak je echt geen zorgen wat dat betreft.’ Daniël knikt, maar ik zie aan zijn ogen dat hij het tegenovergestelde denkt. 

Het water is heerlijk warm, te warm bijna, als ik in mijn oliebadje stap. Nu pas voel ik de spanning in mijn schouders afnemen. Victor houdt me kennelijk meer bezig dan ik wil. Zou hij terug willen? Eigenlijk wil ik het niet weten, maar ik merk dat mijn ego toch lichtelijk wordt gestreeld. Ik kwam natuurlijk jarenlang aandacht tekort bij die man, die alleen maar bezig was met zijn bedrijf. En als hij daar niet druk mee was, dan was het wel met Lilly, zijn secretaresse, met wie hij uiteindelijk een jaar geleden besloot verder te gaan. En Daniël, tsja, die is leuk, maar daar kan ik wellicht geen toekomst mee opbouwen. Mannen, denk ik, ik ben er eerlijk gezegd wel even klaar mee.

Dat is vast een sms’je. Ik ben nog niet helemaal gewend aan de geluiden van mijn nieuwe telefoon. Druipend en wel loop ik, bijna struikelend over de handdoek die ik snel heb omgeslagen, naar mijn mobiel: Slet! lees ik.

Ik wil dat je me met rust laat, Victor. Ik wil niet weten waarom je hier weer ineens verschijnt en ik heb er ook geen behoefte aan, sms ik, als ik hem telefonisch niet kan bereiken. Vervolgens bel ik Daniël. Die klinkt neutraal als ik hem vertel dat mijn ex weer bezig is. En voor ik het weet heb ik weer een afspraak gemaakt voor vanavond met mijn blonde god.

Als ik de volgende ochtend bij kantoor arriveer staat Victor op de parkeerplaats. Zijn zwarte Mazda herken ik uit duizenden. In no time is hij bij me als ik de auto geparkeerd heb. ‘Sinds wanneer sms’en wij als het over belangrijke dingen gaat?’ vraagt hij, dwingend. ‘Ik kon je niet bereiken’, probeer ik zo losjes mogelijk te antwoorden, maar binnen in mij woedt inmiddels een storm. Hoe durft hij me zo te benaderen. ‘Moet jij niet werken of zo’, vraag ik. ‘Ik moet zo naar Rotterdam, maar dit heeft nu prioriteit’ en schichtig kijkt hij om zich heen als er twee collega’s van mij voorbij komen. Mijn telefoon trilt in mijn jaszak. Nieuwsgierig als ik ben, bekijk ik snel mijn beeldscherm, dat lastig te lezen is met dit licht. Ondanks dat het scherm spiegelt, zie ik in koeienletters staan: Hoeveel schuift dat nou, zo’n vrijpartij? 

Anoniem geeft het nummer aan. Wat een lafaard. ‘Ik heb nu geen tijd, Victor, ik moet rennen, het beste!’ en met de tas onder mijn arm sprint ik richting kantoor.

Als ik in de middagpauze besluit een rondje park te doen, bedenk ik me dat Victor het waarschijnlijk niet zal zijn. Zou Daniël dan toch? Ik kan me niet voorstellen dat deze zachtaardige jongeman zich zo verknipt opstelt, maar aan de andere kant ken ik hem natuurlijk nog nauwelijks. En tenslotte heb ik eerder iemand 12 jaar vertrouwd, die ook niet bleek te deugen. Ik weet niet meer wat ik moet geloven, misschien moet ik eens in therapie. 

`Maar misschien draait Victor wel door. Je weet niet wat dat met een man doet´, drukt Lisa me ’s avonds tijdens de koffie op het hart. ´Ze kan hem wel verlaten hebben, zijn ego hebben geknakt. Je hebt natuurlijk geen idee, maar er kan van alles aan de hand zijn. Volgens mij gaat het met zijn bedrijf immers ook niet zo lekker. En dat zou Lilly ook wel eens zwaar op de maag kunnen liggen. In deze tijd blijft het natuurlijk ook spannend. Wil je anders niet gewoon eens met hem praten?’ Lisa weet altijd raad. Lisa, de standvastige. Twijfelt nooit ergens aan. Kan ook zorgelijk zijn, bedenk ik me, als ik mijn riem weer dichtdoe op het toilet. Misschien is ze daarom ook nog steeds alleen. Als je zo overtuigd bent van jezelf, zal een ander nooit een kans kunnen krijgen je eens op heel andere gedachten te brengen. ‘Je mobiel piept weer’, roept Lisa vanuit de keuken. ‘Ik pak hem wel vast voor je, want je zult natuurlijk wel nieuwsgierig zijn’. Vriendinnen zijn soms goud waard, bedenk ik me. Daarna lees ik het bericht: Mag ik ook eens?

Die nacht lig ik te draaien. Ik kan de slaap maar niet vatten. Dit begint behoorlijk uit de hand te lopen, al sus ik me steeds met de gedachte dat het waarschijnlijk gewoon een of andere idioot is, die me deze berichtjes stuurt. Misschien verwart hij me wel met iemand anders. Het nummer dat ik nu heb kan ook van een andere vrouw zijn geweest, met een valse ex of zo. Ik knip het bedlicht weer uit en onderneem poging nummer acht om te slapen.

Ik hoor mijn telefoon terwijl ik een heerlijke droom beleef met mijn jonge god. Zuchtend grijp ik naar mijn nachtkastje. Vier uur, zie ik op de wekker. ‘In andere landen word je gestenigd met dit soort gedrag’, fluistert een donkere stem me in. Nu lopen de rillingen me echt over het lijf. Ik doe mijn uiterste best de stem in mijn hoofd vast te houden en tast mijn geheugen af naar herkenning. Hij heeft het dus echt op mij gemunt, een idioot kan niet weten dat Victor en ik op papier nog steeds bij elkaar horen. Ik kon het op een gegeven moment ook niet meer opbrengen om al die rompslomp af te handelen. Een scheiding met een eigen bedrijf blijkt toch een verhaal apart. Dus ja, eigenlijk leef ik in zonde, nog steeds getrouwd met Victor en aanrommelend met Daniël. Inmiddels klaarwakker geworden begeef ik mij naar de badkamer om een slaappil te nemen, die ik destijds van de huisarts heb gekregen. In de tijd dat Victor mij verlaten had deed ik immers ook nachtenlang geen oog meer dicht.

Mijn hoofd voelt zwaar aan ’s ochtends. Even ben ik vergeten dat het zaterdag is. Mijn heerlijke zaterdagen; normaal gesproken ben ik er dol op. Nu zie ik mezelf met donkere wallen onder mijn ogen in de spiegel aankijken: lang leve het weekend. Ik weet echt niet wat ik moet doen. Het liefst val ik terug in bed en trek ik de dekbedden dubbel en dwars over me heen. Maar ik spreek mezelf bemoedigend toe: laat je niet door zo’n lafaard op de kop zitten, meid en ik besluit eerst maar eens een verse jus te persen, dat doet me altijd goed. Terwijl ik het glas onder de pers neerzet gaat mijn telefoon af. ‘Goedemorgen, schone dame, wat dacht u van een fijne wandeling in de ochtendzon’ klinkt de stem van Daniël. Kinderlijk blij antwoord ik dat ik dat een strak plan vind. Als sneeuw voor de zon verdwijnt mijn chagrijnige bui.

Als ik de deur uitstap gaat mijn mobiel weer. We weten allebei waar dit weer gaat eindigen staat er op mijn scherm. Ik besluit Daniël toch eens te bevragen. ‘Waarom zou ik in godsnaam de vrouw van mijn dromen angst aanjagen’ antwoordt Daniël en intussen klinkt zijn stem wat geïrriteerd. ‘Het zal die ex van je wel zijn, die is toch zo jaloers en opeens weer opgedoken?’ Ik besluit hem het voordeel van de twijfel te geven.

‘Meisje, hoe haal je het in je hoofd’ verzucht Victor als ik hem ’s avonds telefonisch bestook met vragen over de boodschappen die ik steeds ontvang. ‘Dat nieuwe vriendje van je, in hoeverre ken je die eigenlijk? Lopen jullie niet wat hard van stapel?’ Ik besluit dat ik hier geen zin in heb, dus ik beëindig snel het gesprek. 

Lisa. Die weet altijd raad. Ik ken haar al meer dan 25 jaar. We zaten vroeger al samen in de zandbak. Daarna hebben we elkaar veel getroost als een van ons weer eens liefdesverdriet had. Na de middelbare school zijn we elkaar helaas uit het oog verloren. Maar wonder boven wonder liep ik haar jaren later opeens tegen het lijf in het winkelcentrum. Het bleek dat ze jaren in de kibboets in Israël had gezeten. Daar kwam ze haar (inmiddels ex-)man ook tegen. Een Palestijn, die haar voor zaken over de wereld meenam, maar voornamelijk in Arabische landen zat. Daar had Lisa het niet zo op, als vrouw alleen. Want ook zij was vaak alleen. Geen wonder dat ook dat huwelijk na jaren stukliep. Daarom keerde ze terug naar haar geboorteplaats na de scheiding. Lisa sprak vaak over de Arabische cultuur. Ze kon zich daar behoorlijk over opwinden. Volgens haar was het er erg vrouwonvriendelijk. Na die dag in het winkelcentrum pakten we samen eigenlijk meteen de draad weer op. Het was weer als vanouds, er leken geen jaren tussen te zitten. En toen Victor net bij me weg was, belden we natuurlijk dagelijks. Ze weet echt alles van me. Lisa, mijn steun en toeverlaat in bange dagen. Ik besluit haar dus nog eens te bellen. ‘De politie inschakelen heeft geen zin’, zucht ze. ‘Je weet toch hoe weinig die doen tegenwoordig. Ik denk dat je nu eerst eens een tijdje voor jezelf moet kiezen. Laat die mannen gewoon even met rust. Ik zou even geen van beiden meer vertrouwen. Zal ik vanavond naar je toe komen anders? Doen we ouderwets een fles de man, of liever de vrouw, ha ha. En morgenochtend een anti-kater-jus-tje. Blijf ik lekker bij je slapen’. Die Lisa, weet me altijd weer op te beuren. ‘Nou nee, ik ga lekker op de bank met een filmpje en gewoon weer eens vroeg naar bed’, antwoord ik, al klonk het verleidelijk.

Mijn telefoon gaat als ik de volgende ochtend lekker ruikend naar beneden loop voor het afspraakje met mijn jonge god. Ik neem niet op en ik kijk niet. Deze ochtend is voor mij. Ik zet het geluid van mijn mobiel lekker zacht, zodat ik niet meer gestoord word.
Daniël is er nog niet. Maar het is geen straf om lekker buiten op hem te wachten met dit mooie weer. Met dit felle zonlicht besluit ik eerst maar mijn zonnebril uit de auto te halen. Maar als ik naar mijn auto loop, voel ik opeens een doffe knal tegen mijn hoofd. Een rode straal loopt al snel vanaf mijn hoofd over mijn witte blouse. Nog een knal en nog een; ik weet even niet waar ik het moet zoeken. Ik voel aan de zijkant van mijn hoofd en zie tot mijn afgrijzen het bloed van mijn vingers lopen. De wereld om mij heen begint er nu ook wat lobberig uit te zien en ik probeer toch echt mijn ogen scherp te stellen. Een beetje duizelig ben ik ook. Ik wankel naar de dichtstbijzijnde geparkeerde auto zodat ik erop kan leunen. Tot ik opeens een nog hardere klap te verwerken krijg en mijzelf voel wegzakken. Mijn telefoon valt naast mij op de grond. Ik weet hem nog net te pakken en als ik op het envelopje klik, zie ik op het scherm staan: Probeer je steeds te bellen, maar je neemt niet op. Pas op voor Lisa, ze wil je dood stenigen. Dat schreeuwde ze, toen ze in totale paniek bij me is weggegaan. Maar dat zal ze niet doen, want eigenlijk is ze vreselijk verliefd op je en gefrustreerd dat je haar liefde maar niet wilt beantwoorden. Maar ik zal je verder met rust laten, want het is wel duidelijk dat je me echt niet wilt spreken. X Victor. Hoe ik hierna ook probeer mijn ogen weer scherp te stellen, geen enkele poging wordt beloond. Na een tijdje word ik trouwens ook zo slaperig, dat ik ze maar gewoon dichtdoe…. 

Opgenomen in de bundel ‘Quillerz 2’ (Quick thrillers)
ISBN 9789491080449






Vorig verhaal
«
Volgend verhaal
»